This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doelen van de les
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte.
Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een inenting.
Slide 2 - Slide
Lichaamsvreemd
Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
Met de huid.
Met de slijmvliezen in de neus.
Met zoutzuur in maagsap.
Slide 3 - Slide
Infectie
Ziekteverwekkers komen toch in je lichaam terecht.
Afweersysteem treedt in actie en gaat ziekteverwekker bestrijden
Wat zijn ziekteverwekkers?
Slide 4 - Slide
Afweer door witte bloedcellen
Een witte bloedcel maakt een ziekteverwekker onschadelijk
Slide 5 - Slide
Antistoffen
Sommige WBC maken antistoffen aan.
Deze antistoffen binden met ziekteverwekkers.
Op deze manier worden deze uitgeschakeld.
Eén type antistof kan zich maar aan één type ziekteverwekker hechten.
Slide 6 - Slide
Immuun
Als je ziek wordt, maken WBC antistoffen aan tegen de indringer. Na een tijdje wordt je dan ook weer beter.
Wordt je later weer ziek door dezelfde ziekteverwekker, dan maken je WBC direct de goede antistof aan. Je bent immuun geworden.
Slide 7 - Slide
Vaccinatie
= kunstmatige immuniteit
Vaccin = dode of verzwakte ziekteverwekkers
Je voelt je verzwakt of je bent een beetje ziek
Wat betekend natuurlijke immuniteit ?
Voorbeeld: waterpokken
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Rijksvaccinatieprogramma
Slide 10 - Slide
Allergie
Wanneer je lichaam reageert op andere stoffen dan ziekteverwekkers, bijvoorbeeld huisstof, ben je allergisch. = Je bent dan overgevoelig voor bepaalde stoffen.
Er ontstaat allergische reactie. Je afweersysteem reageert hier dan ook op.
Slide 11 - Slide
Aan de slag
We maken samen de opdrachten.
Daarna zelfstandig de Test Jezelf van deze paragraaf.