1. De Cape Race dacht dat het om een grap ging.
1. Het reusachtige passagiersschip met 2275 opvarenden was tegen een ijsberg aangevaren.
2. Er waren liften, baden, tennisbanen, veranda's en palmtuinen aan boord.
2. De Titanic zou onzinkbaar zijn.
Van de derde tot vijfde alinea bedenk jezelf een belangrijke en een onbelangrijke zin.