F 7 - Literatuur of lectuur

Literatuur of lectuur?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Literatuur of lectuur?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is weet je aan het eind van deze les: 
- wat het verschil is tussen literatuur en lectuur; 
- hoe je kunt bepalen of iets literatuur is of lectuur. 

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan als
het om literatuur gaat?

Slide 3 - Mind map

Literatuur
De letterlijke vertaling van literatuur is 'dat wat geschreven is' 

Tegenover literatuur staat lectuur: eigenlijk alles wat je kunt lezen. 

Of iets literatuur of lectuur is, hangt af van de literaire waarde die 'het literaire veld' aan de werken toekent. Hierbij kijken kenners in hoeverre een werk bijzonder of uniek is. 

Slide 4 - Slide

LITERATUUR versus LECTUUR
- diepgang
- verrassing
- karakters (ontwikkeling) 
- ruimte voor interpretatie
- stof tot denken

- uniek
simpel -
voorspelbaar -
stereotyp -



cliché -

Slide 5 - Slide

Wie bepaalt?
We hebben zojuist gezien dat 'het literaire veld' bepaalt of iets literatuur of lectuur is. Dit zijn onder andere uitgevers en recensenten. 

Uitgevers bepalen welke boeken worden uitgegeven en voor welke boeken reclame wordt gemaakt;
Recensenten geven hun professionele mening over boeken; 
Ook zijn er literaire prijzen te verdienen. 

Slide 6 - Slide

Literaire canon
Sommige boeken zijn door het literaire veld zo goed beoordeeld, dat ze als voorbeeld worden gezien door de manier van schrijven en het beeld dat ze geven van de tijd waarin het werk is geschreven. 

Een literaire canon is een lijst met boeken waarvan het literaire veld vindt dat je ze gelezen moet hebben. 

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1,  2 en 3 op pagina 31.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Alles wat je kunt lezen is in principe lectuur. Literatuur onderscheidt zich op een aantal punten. Zo gaat het bij literatuur om verhalen die een bepaalde diepgang hebben. Daarnaast heb je in deze verhalen personages die niet oppervlakkig zijn, maar worden uitgewerkt tot karakters. Als lezer kun je in deze verhalen zelf een interpretatie maken, bij lectuur ligt die
interpretatie vaak vast.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Voorlezen
Karakter van Ferdinand Bordewijk
(1938)

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 6 tot en met 8 op pagina 33.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide