par. 4. H3B 17 april

Par. 4: Soms teveel
Paragraaf 4:
Soms te veel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par. 4: Soms teveel
Paragraaf 4:
Soms te veel

Slide 1 - Slide

Par. 4: Soms teveel
Deze les:
  • Herhaling paragraaf 3
  • Uitleg paragraaf 4
  • Werken

Slide 2 - Slide

Nuttige neerslag = neerslag - verdamping
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

Een aquifer is een waterhoudende laag in de ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Water in een aquifer is een voorbeeld van niet-vernieuwbaar water.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Welke gebieden hebben grote kans op overstromingen?

Slide 6 - Mind map

Soorten gebieden met groot overstromingsrisico: wereldniveau:
  1. Rivier- en kustvlakten
  2. Gebieden aan voet gebergte met rotsige ondergrond.
  3. Gebieden waar afsmelten sneeuw samenvalt met hevige regenval in zomer.
  4. Gebieden waar tropische orkanen huishouden
  5. Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt.
  6. Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.

Slide 7 - Slide

1. Riviervlakte 

1. Kustvlakte
Delta

Slide 8 - Slide

2. Gebieden aan voet van gebergte met rotsige ondergrond

Slide 9 - Slide

3. Gebieden waar afsmelten sneeuw samenvalt met hevige regenval in zomer.
Himalaya

Slide 10 - Slide

4. Gebieden waar tropische orkanen huishouden
  • Hevige regenval
  • Opstuwing zeewater
  • Rivieren kunnen door opstuwen zeewater moeilijker in zee uitmonden.

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

5. Gebieden waar stroomopwaarts         ontbossing plaatsvindt.
Stroomopwaarts = tegen de stroom in, dus in de richting van de bron.
Stroomafwaarts = met de stroom mee, dus in de richting van de monding.

Slide 13 - Slide

6. Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.

Slide 14 - Slide

Oorzaken toename aantal overstromingen

Slide 15 - Mind map

Belangrijke oorzaken toename aantal overstromingen:
1. Minder infiltratie door ontbossing en verstening.
2. Het opsluiten van rivieren tussen dijken (bijvoorbeeld door bochten af te snijden).
3. Bodemdaling door het oppompen van grondwater.
4. Zeespiegelstijging door versterkte broeikaseffect

Slide 16 - Slide

Oplossingen overstromingen

Slide 17 - Mind map

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op korte termijn:
  • Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen. 
  • Weer in gehele stroomgebied in gaten houden.
  • Burgers voorlichten en trainen (bijvoorbeeld oefenen met evacuatie). 
  • Drinkwater en voedsel veilig stellen na eventuele overstromingen. 

Gevolgen klimaatverandering voor Nederland

Slide 18 - Slide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op lange termijn:
  • Ruimte voor de rivier
  • Versterkte broeikaseffect verminderen
  • Vestigingsbeleid

Slide 19 - Slide

Par. 4: Soms teveel
Nu doen:
  • Uitleg vragen
  • Verwerken van deze les.
  • De antwoorden van paragraaf 3 kun je morgen vinden bij de bestanden in Teams.
Huiswerk:
  • Voorbereiden op de volgende les.

Slide 20 - Slide