Blok 3 Grammatica Soorten werkwoorden

Welkom bij Nederlands!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Blok 3 Grammatica
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Info
Welk boek ben je aan het lezen?

Vandaag gaan we verder met Grammatica van Blok 3.

De uitleg is voor alle niveaus hetzelfde.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Doelen
  • Je kunt uitleggen welke werkwoordsoorten er zijn.
  • Je kunt hulpwerkwoorden, zelfstandig werkwoorden en koppelwerkwoorden in een zin vinden.

Slide 4 - Slide

ZWW
Wanneer een werkwoord de handeling / actie aangeeft, 
spreek je van een zelfstandig werkwoord. (zww)


Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld

voorbeeld

1. Mijn vader heeft het hek geschilderd.


Wat is de actie?

zww --> 



Slide 6 - Slide

Voorbeeld

voorbeeld

1. Mijn vader heeft het hek geschilderd.


Wat is de actie?

zww --> geschilderd


Andere werkwoorden in de zin?



Slide 7 - Slide

Voorbeeld

voorbeeld

1. Mijn vader heeft het hek geschilderd.


Wat is de actie?

zww --> geschilderd


Andere werkwoorden in de zin?  --> hww = heeft



Slide 8 - Slide

HWW
Wanneer een werkwoord geen handeling aangeeft, spreek je van een hulpwerkwoord.

Je past de verdwijnproef toe en het werkwoord dat overblijft, is het zelfstandig werkwoord. De verdwenen werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Ik zou naar huis moeten lopen.

Wat is de actie? 
zww --> 

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Ik zou naar huis moeten lopen.

Wat is de actie? 
zww --> lopen

Andere werkwoorden in de zin? --> hww

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Ik zou naar huis moeten lopen.

Wat is de actie? 
zww --> lopen

Andere werkwoorden in de zin? --> hww = zou, moeten

Slide 12 - Slide

Voorbeeld verdwijntruc
Ik zou naar huis moeten lopen.

Ik zou naar huis lopen

Ik loop --> dit is de actie, dus het zww!

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Kww
9 koppelwerkwoorden; 

zijn                            schijnen                           (de rechtse komen in het
worden                   heten                                   dagelijks taalgebruik 
blijven                     dunken                                weinig voor)
blijken                     voorkomen
lijken

Slide 15 - Slide

Koppelwerkwoord (kww)
- geeft geen handeling aan.
- koppelt het onderwerp aan een kenmerk of eigenschap verderop in de zin. 
- kan er maar 1 van in de zin staan.

het onderwerp doet niets, 
maar is iets.

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
1. Zij is voorzitter.

Zij = onderwerp
Is = koppelwerkwoord 

Want het koppelt voorzitter aan zij
 Vorm van werkwoord zijn.

Slide 17 - Slide

Een zww staat nooit samen in een zin met een kww.

Slide 18 - Slide

Dus
In een zin zit altijd een zww of een kww.

Alle andere werkwoorden in de zin zijn dan --> hww

Slide 19 - Slide

Wat is het koppelwerkwoord?
Karel schijnt jarig te zijn.

Slide 20 - Open question

Ik ben naar huis gelopen.
Het laatste werkwoord is een:
A
koppelwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
hulpwerkwoord

Slide 21 - Quiz

Is het woord tussen haakjes een zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten.( heb)
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 22 - Quiz

Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...

A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 23 - Quiz

Meneer Reitsma blijft altijd geduldig.

blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 24 - Quiz

Jacob is een oplettende leerling.

is =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 25 - Quiz


Ineke gaat naar de stad.
Gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 26 - Quiz

Hij is altijd al een opschepper geweest.
A
is = kww geweest = kww
B
is = kww geweest = hww
C
is = hww geweest = kww
D
is = hww geweest = hww

Slide 27 - Quiz


Ik ben gisteren 10 geworden.
geworden = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 28 - Quiz



Aan de slag!
Van Blok 3, Grammatica maak je:
h/v: opdr. 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 & 14
vmbo: opdr, 5, 6, 8, 9, 11, 13, 14, 16 & 17
Succes!
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 29 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.

Van Blok 3, Grammatica maak je:
h/v: 1 t/m 3
vmbo: 1 t/m 4
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 30 - Slide



Vragen?

Heeft er iemand al vragen?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 31 - Slide



Opdracht afmaken

Maak rustig je opdracht af.

Je mag weer overleggen :-)

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 32 - Slide

Afsluiting
Huiswerk: 
Van Blok 3, Grammatica maak je:
h/v: opdr. 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 & 14
vmbo: opdr, 5, 6, 8, 9, 11, 13, 14, 16 & 17

Slide 33 - Slide

Doelen
  • Je kunt uitleggen welke werkwoordsoorten er zijn.
  • Je kunt hulpwerkwoorden, zelfstandig werkwoorden en koppelwerkwoorden in een zin vinden.

Slide 34 - Slide