Bijwoord Frans Chapitre 5

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Plan du cours

lundi 21 juin

- Adverbe Bron I

- Les devoirs vendredi 25 juin

Wat is het juiste bijwoord?
heureux > ......

Maak het bijwoord:
gentil

Maak het bijwoord:
mauvais

Wat is het bijwoord van 'vrai'?

Wat is het juiste bijwoord?
premier > ......

Maak van onderstaand bn het juiste bijwoord:
- dangereux

Maak van onderstaand bn het juiste bijwoord:
- exact

Maak van onderstaand bn de juiste bijwoorden:
- long

Maak van onderstaand bn het juiste bijwoord:
- facile

Wat is het bijwoord in deze zin?
1. Jij danst goed.

Vertaal nu de zin.
Jij danst goed.

Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord.

seul / Je veux ... savoir où il est.

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?

Welk bijwoord bestaat NIET ?

1. bien
2. sportivement
3. gentiment
4. heureuxment

Les enfants courent rapidement.

Het bijwoord zegt iets over....

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord

Maak van "doux" een bijwoord.

1. douce
2. douxment
3. doucement
4. douxement

Waar zegt het bijwoord iets over?

1. hele zin, zelfstandig naamwoord, werkwoord
2. hele zin, werkwoord, ander bijwoord, bijvoeglijk naamwoord
3. lidwoord, onderwerp, ander bijwoord
4. persoonlijk voornaamwoord, werkwoord

Bijwoord van:
bon

1. bien
2. bonnement
3. bonment
4. bienment

J'ai un fauteuil confortable. (confortable)

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

J'ai bien compris cet exercice. (bien)

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Naturellement, il se lave tous les jours.

Het bijwoord zegt iets over....

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord

Ces chaussures sont extrêmement chères.

Het bijwoord zegt iets over....

1. een zin
2. een werkwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een ander bijwoord

Elle parle lentement.
Vul aan: een bijwoord zegt iets over een ...

1. werkwoord
2. persoon

Maak de zin opnieuw.
Elle parle très (lent).

Je roule (rapide)

Bien

Longtemps

Vite

Mal

Bon

Long

Rapide

Mauvais

Les devoirs

Apprendre: 

vocabulaire ch 5,6,7