les 4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

Herhaling HF

Opdracht vraaglijn en surplus blz 214

Eindcijfer van de vakantie

10- 8

7,9- 6

5,9-5

lager

Wat heb je gedaan in de vakantie?

Week 4

Vraaglijn:
Als P ↑ dan zal Qv?
Qv is de vraag naar producten

1. ↑
2. ↓

Stel de vraagfunctie is: Qv = -3p + 80.

Hoeveel stuks worden er gevraagd (Qv) bij een prijs (P) van 10

1. 20
2. 50
3. 60
4. 70

Hier zijn 2 vraagfuncties:
Qv = 15P + 600
Qv = - 0,4P + 50

1. Alleen vraagfunctie 1 is juist
2. Alleen vraagfunctie 2 is juist
3. Beide vraagfuncties zijn juist
4. Beide vraagfuncties zijn onjuist

Qv = - 0,4P + 50
Geef de 2 punten aan

Vraaglijn = QA

1. Juist
2. Onjuist

hier zijn 2 aanbodfuncties:
Qa = 15P - 600
Qa = -0,2P + 100

1. Alleen aanbodfunctie 1 is juist
2. Alleen aanbodfunctie 2 is juist
3. Beide aanbodfuncties zijn juist
4. Beide aanbodfuncties zijn onjuist

. De markt voor T-shirts kent de volgende functies:
Qv = -2p + 200
Qa = P-40
Qv = gevraagde hoeveelheid x 1.000; Qa = aangeboden hoeveelheid x 1.000;
P = Prijs per stuk in euro's.
Bereken marktevenwicht (prijs en hoeveelheid)

Wat is de formule van consumentensurplus?

Wat is het consumentensurplus bij p = € 0,40?

1. 0.10
2. 0,50
3. 1
4. 4,50

CS en PS

Antwoorden

1 Omzet: 25 x 30= 750

2 CS: (50- 25) x 30 x 0,5= 375

3 PS: (25- 10) x 30 x 0,5= 225

antwoorden

1 de aanbieders van de reserveringen

2: 60; 0,2= 300

3: 60; 0,4= 150

4 80; 0,9= 88,90

1 t

Test Jezelf

2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16= rekenvragen

1e poging 65% goed hebben!