China - oefenen met formuleren

HC China
Oefenen met formuleren

DC1 Einde van een regionale grootmacht (1842 - 1911)
DC2 Ontstaan van de Volksrepubliek China (1912 - 1949)
DC3 De Volksrepubliek wordt een wereldmacht (1949 - 2001)
LET OP: DE VRAGEN STAAN NIET OP CHRONOLOGISCHE VOLGORDE!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

HC China
Oefenen met formuleren

DC1 Einde van een regionale grootmacht (1842 - 1911)
DC2 Ontstaan van de Volksrepubliek China (1912 - 1949)
DC3 De Volksrepubliek wordt een wereldmacht (1949 - 2001)
LET OP: DE VRAGEN STAAN NIET OP CHRONOLOGISCHE VOLGORDE!

Slide 1 - Slide

oefenen met formuleren 1
Deze oefening is geschikt voor leerlingen die moeite hebben om de juiste onderdelen in een antwoord te zetten of moeite hebben met een antwoord op een examenwenselijke wijze te formuleren en hierdoor punten mislopen.
Let op het gaat niet zo zeer om het goede antwoord maar meer HOE heb je geantwoord.

Slide 2 - Slide

doelen
•    inzicht te krijgen in de soorten examenvragen
•    inzicht te krijgen welke vragen jij op dit moment aan kan
•    inzicht te krijgen in hoeverre jij de stof hebt begrepen.
•    door oefening op een hoger niveau te komen
•    oefenen met het geven van gewenste examenantwoorden
Download op de volgende pagina het stappenplan 'vragen beantwoorden in de bovenbouw'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

  1. Ga na of het een bronvraag is of niet.
  2. In geval van een bronvraag: scan eerst de bron. Wat zie je allemaal? 
  3. Lees daarna de introductie van de vraag. In de introductie wordt belangrijke informatie gegeven die je nodig hebt bij het beantwoorden van de vraag.
  4. Lees dan pas de daadwerkelijke vraag. 
  5. Lees nogmaals de introductie en de vraag. Omcirkel nu plaatsaanduidingen en tijdsaanduidingen. 
  6. Onderstreep daarna begrippen die overeenkomen met woorden uit de kenmerkende aspecten, tijdvakken of de historische contexten. Op deze manier plaats je de vraag bij een kenmerkend aspect, tijdvak of historische context en voorkom je verkeerde argumenten en onjuiste historische voorbeelden. 
  7. Geef nu antwoord op de vraag. Als een vraag uit meerdere streepjes (onderdelen) bestaat, werk dan de vraag per streepje uit. Vergeet geen streepje! 
  8. Herhaal altijd aan het begin van jouw antwoord de vraag
  9. Kijk altijd of je alles hebt beantwoord en of jouw antwoord wel een antwoord is op de vraag. Verkondig geen onzin, maar wees uitgebreid! Laat zien dat je hebt geleerd.
Hoe zat het ook al weer?

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe het confucianisme en de exameneisen leidden tot verstarring in de Chinese samenleving.

Slide 6 - Open question

Leg uit dat de opiumhandel niet meer was dan een aanleiding voor het conflict tussen China en de
Europese mogendheden.

Slide 7 - Open question

Beschrijf een overeenkomst en een verschil tussen de Tai ping- en de Nian-opstand.

Slide 8 - Open question

Leg uit waardoor de Bokseropstand mislukte.

Slide 9 - Open question

Leg uit waarom de nationalist Sun Yat Sen ook voor de communisten in China een held is.

Slide 10 - Open question

Leg uit waarom het optreden van generaal Yuan Shikai op langere termijn eerder voor chaos dan voor orde zorgde.

Slide 11 - Open question

Leg uit waardoor het Chinese communisme tijdens de burgeroorlog tussen de nationalisten en communisten een eigen karakter kreeg.

Slide 12 - Open question

Leg uit waarom het teruggeven van Hongkong en Macau na het optreden van Deng Xiaoping wel plaatsvond, maar eerder niet.

Slide 13 - Open question

Leg uit dat zowel de Bokseropstand in 1900 als de 4-mei-beweging in 1919 voorbeelden waren van de opkomst van nationalisme en verzet tegen het westerse imperialisme; noem daarbij een overeenkomst en een verschil tussen beide bewegingen.

Slide 14 - Open question