Les 3 schrijfdossier

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Neem rustig plaats op je vaste plek.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Neem rustig plaats op je vaste plek.

Slide 1 - Slide

Welkom bij Nederlands
Op tafel:
Lesboek pen
Geen laptop!
Geen:
  • eten/drinken
  • jassen in de klas
  • kauwgom

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Vandaag

  • instructie
  • zelfstandig werken
  • evaluatie - nog niet opruimen!
  • opruimen

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik:
  • kenmerken van creatieve teksten herkennen.
  • figuurlijk taalgebruik herkennen en gebruiken.
  • beeldend en creatief schrijven.

Slide 4 - Slide

Instructie
Fictieschrijvers willen graag dat je kunt wegdromen bij een verhaal. Ze laten je kennismaken met een andere wereld. Ze willen dat je de hoofdpersonen beter leert kennen. Daarom beschrijven ze gevoelens en emoties van personen in hun verhalen.
Bijvoorbeeld door te beschrijven wat iemand denkt of hoe de persoon zich voelt.
Zoals: Ik kreeg de kriebels toen ik ernaar keek. Wat een enge grote spin! dacht ik.

Slide 5 - Slide

Instructie
Met bijvoeglijke naamwoorden kan een schrijver een situatie zo beschrijven dat de lezer een beeld kan vormen in zijn hoofd. 
Bijvoorbeeld: 
In de donkere kamer zocht Annemieke naar het lichtknopje. Met angstig gezicht en een bezweet voorhoofd tastte ze met haar vingertoppen de ruwe muur af.

Slide 6 - Slide

Instructie
Beeldspraak is ook een manier om verhalen sfeer te geven. Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Dat is taal waarmee je iets anders bedoelt dan wat er staat. Op die manier kan een schrijver mooie beeldende zinnen maken.
Je kunt bijvoorbeeld schrijven:
– De draak keek naar Daan. Daan keek terug naar de rode draak.
Hoe kan je dit met behulp van beeldspraak doen?

  • Met ogen als schotels staarde de draak naar Daan. Daan stierf duizend doden en stond te trillen als een juffershondje.

Slide 7 - Slide

Instructie
Bij de tweede zin kun je je beter een beeld vormen in je hoofd. Dat is wat schrijvers willen. Door zelf gebruik te maken van beeldspraak, bijvoeglijke naamwoorden en het beschrijven van emoties van je hoofdpersonen, kun je je teksten beeldender maken en ervoor zorgen dat je lezers zich kunnen inleven in je verhaal.

Slide 8 - Slide

Toepassing
Jullie maken, in je boek, van thema A paragraaf 3 de opdrachten 1 tot en met 4 deze les helemaal af. 

Slide 9 - Slide

Evaluatie
'Aan het eind van de les kan ik teksten lezen en op basis daarvan een mening vormen over geluk.' Dit was het lesdoel. 
Heb jij dit doel behaald? Wat is jouw mening over geluk?

Huiswerk: opdrachten 5 tot en met 8 helemaal af (in je boek!) en je bekijkt online het filmpje dat na opdracht acht bij het oogje te bekijken is. 

Slide 10 - Slide

Tot vrijdag!

Slide 11 - Slide