2M Woordsoorten herhaling leerjaar 1 verkort

2M Woordsoorten herhaling
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

2M Woordsoorten herhaling

Slide 1 - Slide

Doel

Je kunt lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, 
bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden 
en voorzetsels 
juist benoemen in een zin.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video


Is het onderstreepte woord wel of geen lidwoord?

Ik heb het gewoon niet goed begrepen!
A
lidwoord
B
geen lidwood

Slide 4 - Quiz


Is het onderstreepte woord wel of geen lidwoord?

Ik heb al de hele week een vreemd gevoel.
A
lidwoord
B
geen lidwood

Slide 5 - Quiz


Is het onderstreepte woord wel of geen lidwoord?

Een of ander onbekend nummer belt me steeds.
A
lidwoord
B
geen lidwood

Slide 6 - Quiz


Is het onderstreepte woord wel of geen lidwoord?
De fantastische nieuwe serie op Netflix heeft een prijs gewonnen.
A
lidwoord
B
geen lidwood

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video


Is het onderstreepte woord een zn?
De grote wens van Janny komt vast uit.


A
zelfstandig naamwoord
B
geen zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz


Is het onderstreepte woord een zn?
Ik wens altijd dat we pannenkoeken eten.


A
zelfstandig naamwoord
B
geen zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quiz


Waarom is het volgende woord bijzonder?
Informatie


A
heeft geen meervoud
B
heeft geen lidwoord
C
kan geen BN voor
D
kun je niet verkleinen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video


Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
Je kunt het erg mooie uitzicht vanaf hier goed zien.


A
erg
B
mooie
C
vanaf
D
goed

Slide 13 - Quiz


Wat is het bijvoeglijke naamwoord?
Onze voordeur is nu rood.


A
onze
B
voordeur
C
nu
D
rood

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Noem 3 materialen

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video


Hoeveel werkoorden heeft de onderstaande zin?
Wij zouden graag de rekening gehad willen hebben.


A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz


Is het onderstreepte woord een werkwoord?
De student heeft zijn werkstuk op tijd gemaakt.


A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz


Is het onderstreepte woord een werkwoord?
Het gemaakte werkstuk is op tijd ingeleverd.


A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz


Is het onderstreepte woord een werkwoord?
Het werk van de schilder is fantastisch.


A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video


Hoeveel voorzetsels staan er in de zin?
Tijdens de vakantie klommen wij op de berg voor het mooie uitzicht.


A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz


Welk vast voorzetsel hoort bij 'geloven'?

Slide 24 - Open question


Welk vast voorzetsel hoort er in de zin?
Wij rekenen ....... uw komst.

Slide 25 - Open question


Welk vast voorzetsel hoort er in de zin?
De bezoekers worden gecontroleerd ..... een toegangsbewijs.

Slide 26 - Open question

Ik weet weer welke woordsoorten er behandeld zijn in leerjaar 1.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan lw, zn, bn, ww en vz herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Opdracht
Maak de opdrachten 1 en 2 in de planning: Herhaling leerjaar 1.
Werk via de roze button 'planning'.
Ben je eerder klaar? Dan werk je verder in de planning.
timer
10:00

Slide 29 - Slide

Controle + huiswerk
Werkt iedereen goed in de planning?
Huiswerk voor morgen is planning afmaken.

Slide 30 - Slide