1-11-2024_Via vervolg 1F deel B thema 4 - H4 schrijven

Nederlands
Via Vervolg 1F deel A
Thema 3 Hoofdstuk 4
Schrijven
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands
Via Vervolg 1F deel A
Thema 3 Hoofdstuk 4
Schrijven

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik
Doel van de les
Theorie
Quiz
Zelfstandige verwerking
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Vorige les
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen

en opdracht 1 en 2 
schrijven

Slide 3 - Slide

Vrijdag 1-11-2024
Boek VIA Vervolg deel B
Nederlands 1F

  1. Uitleg/theorie
  2. Nakijken opdrachten t/m 2 (blz. 51)
  3. Maken opdracht 3-4-5 (blz. 52, 55 en 59)
  4. vervolg LessonUp
  5. Numo; 2 taken (afronden verplicht >80%)
  6. w.v.t.t.k.


Slide 4 - Slide

nakijken:
boek Via Vervolg deel B
blz. 47-51




Na het nakijken van deze opdrachten mag je even iets voor jezelf gaan doen totdat iedereen klaar is!
timer
5:00

Slide 5 - Slide

zelfstandig maken:
boek Via Vervolg deel B
blz. 51- 59




Na het afronden van deze opdrachten (zelfstandig) mag je even iets voor jezelf gaan doen!
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Doel van deze les: ik kan schrijven met...
Formele taal.........              




Informele taaL......          
Ik weet wanneer ik formele of informele taal moet gebruiken!

Slide 7 - Slide

formele of informele taal

Slide 8 - Slide

Yo baas, ik ben ziek en ik zie wel wanneer ik weer langs kom.
A
Formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 9 - Quiz

informele taal gebruik je......
A
Wanneer je mensen goed kent
B
Als je diegene aan wie je schrijft niet goed kent

Slide 10 - Quiz

Kunt u mij informatie opsturen over het werk van de dierenambulance?
A
Informeel taalgebruik
B
Formeel taalgebruik

Slide 11 - Quiz

Hoe vaak moet ik het nog zeggen: mondkapje op !!!
A
Informeel taalgebruik
B
Formeel taalgebruik

Slide 12 - Quiz

Wij verzoeken u het afval in de speciale bakken te gooien.
A
Informeel taalgebruik
B
Formeel taalgebruik

Slide 13 - Quiz

Opdracht
Schrijf voor onderstaande situatie alleen de tekst. Denk wel aan de alinea-indeling.
Je hebt de NS een formulier 'Geld terug bij vertraging' ingeleverd omdat je meer dan een half uur later dan gepland op het station van Hengelo arriveerde.  De NS wil de vergoeding niet uitkeren omdat er volgens de betreffende medewerkster op die dag geen vertraagde trein naar Hengelo bekend is. Dit wordt jou in een brief medegedeeld, maar jij bent het er niet mee eens en schrijft een briefje terug.

Slide 14 - Slide

Opdracht
Schrijf voor onderstaande situatie alleen de tekst. Denk aan de alinea-indeling.
Je hebt een etentje georganiseerd voor je vrienden. Hoewel je tijdig bij het plaatselijke Restaurant Jachtmolen hebt gereserveerd, ging er op de avond van alles mis. Er was voor te weinig mensen gedekt, van de bestelde drank waren er niet genoeg flessen, de ober morste soep op de feestkleding van je vriendin. Je schrijft een mail naar het restaurant. Daarin beschrijf je wat er is gebeurd en vraag je om een financiële vergoeding.

Slide 15 - Slide

Wat hebben wij gedaan?
Wat hebben wij geleerd? Wat was mijn inbreng?
Is het doel behaald?
Volgende keer: het schrijven van een zakelijke brief

Slide 16 - Slide