What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Prendre
Prendre
Het werkwoord betekent 'nemen', als in:
de bus nemen
of een
ontbijt nemen.
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Prendre
Het werkwoord betekent 'nemen', als in:
de bus nemen
of een
ontbijt nemen.
Slide 1 - Slide
Prendre: Nemen
Présent
Je prends: Ik neem
Tu prends: Jij neemt
Il/ elle/ on prend: Hij/ zij/ men neemt
Nous prenons: Wij nemen
Vous prenez: Jullie nemen, u neemt
Ils/ elles prennent: Zij nemen
Slide 2 - Slide
Vul in: Je
A
Prend
B
Prends
C
Prenons
D
Prenez
Slide 3 - Quiz
Nous..
A
Prends
B
Prendons
C
Prenons
D
Prennent
Slide 4 - Quiz
Ils..
A
Prendrent
B
Prendront
C
Prendent
D
Prennent
Slide 5 - Quiz
Vous..
A
Prendez
B
Prenez
C
Prends
D
Prend
Slide 6 - Quiz
Tu..
A
Prend
B
Prends
C
Prennent
D
Prenons
Slide 7 - Quiz
Maak de zin af:
Je.... un petit- déjeuner.
Slide 8 - Open question
Nous.... le bus
Slide 9 - Open question
Elles...
Slide 10 - Open question
Prendre (passé composé)
J'ai pris
: ik heb genomen
Tu as pris
: Jij hebt genomen
Il/elle a pris
: Hij/ zij heeft genomen
Nous avons pris
: Wij hebben genomen
Vous avez pris
: Jullie hebben genomen, u heeft genomen
Ils/ elles ont pris
: Zij hebben genomen
Slide 11 - Slide
Tu... (maak af met de passé composé)
A
a pris
B
as pris
C
a prendré
D
avons pris
Slide 12 - Quiz
Ils....
A
ont prendré
B
sont pris
C
ont pris
D
avons pris
Slide 13 - Quiz
Vous....
A
avez pris
B
avons pris
C
a pris
D
as pris
Slide 14 - Quiz
Maak de zin af met de passé composé.
Il................ le bus.
Slide 15 - Open question
J'........ un petit déjeuner.
Slide 16 - Open question
Nous...... l'avion.
Slide 17 - Open question
Je hebt nu het werkwoord 'prendre' geleerd. Er zijn 2 werkwoorden die PRECIES op dezelfde manier worden vervoegd.
Er komt alleen iets vóór 'prendre'.
Com
prendre: begrijpen.
Ap
prendre: leren.
Slide 18 - Slide
(comprendre, présent) Vous...
A
avez pris
B
avez compris
C
comprendez
D
comprenez
Slide 19 - Quiz
(comprendre, présent) Nous..
A
prenons
B
comprenons
C
prendrons
D
avons pris
Slide 20 - Quiz
(apprendre, présent) ils...
A
apprennent
B
ont appris
C
a appris
D
prennent
Slide 21 - Quiz
(apprendre, présent) Elle...
A
apprends
B
apprend
C
prend
D
comprend
Slide 22 - Quiz
(prendre, passé composé) Tu..
A
Prends
B
apprends
C
a pris
D
as pris
Slide 23 - Quiz
(apprendre, passé composé) Je...
A
J'appris
B
J'ai appris
C
J'ai apprendré
D
Je prends
Slide 24 - Quiz
(comprendre, passé composé) Ils..
A
ont compris
B
comprennent
C
ont pris
D
ont appris
Slide 25 - Quiz
Maak af met de passé composé.
Tu.... le bus?
Slide 26 - Open question
Vous.... ma question? (passé composé)
Slide 27 - Open question
Ils.... à jouer du piano. (passé composé)
Slide 28 - Open question
Ik begrijp hoe ik de werkwoorden 'prendre, apprendre, comprendre' kan vervoegen in de 'présent' en de 'passé composé'.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Poll
More lessons like this
Chapitre 6 G + H
June 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoord prendre
April 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bron H prendre
June 2022
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bron H prendre
March 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Chapitre 6, grammaire H (oefening)
August 2021
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Unité 6 prendre en delend lidwoord
June 2023
- Lesson with
18 slides
prendre
June 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
prendre
May 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2