Grammaire H:
de passé composé
j'ai pris ik heb genomen
tu as pris jij hebt genomen
il a pris hij heeft genomen
elle a pris zij heeft genomen
on a pris men heeft genomen/we hebben genomen
nous avons pris wij hebben genomen
vous avez pris u heeft genomen/jullie hebben genomen
ils ont pris zij hebben genomen (mannelijk meervoud)
elles ont pris zij hebben genomen (vrouwelijk meervoud)