Omnia College - Engels klas 1 thema 2 WORDS A

Animals & Pets words A
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Animals & Pets words A

Slide 1 - Slide

Wat betekent het woord
"pets"?
A
dieren
B
huisdieren
C
petten
D
vee

Slide 2 - Quiz

Wat is een Engels woord voor
"dier"
A
pet
B
animals
C
animal
D
insect

Slide 3 - Quiz

Wat is "slang" in het Engels?
A
snake
B
snail
C
slang
D
small

Slide 4 - Quiz

Wat is "geit" in het Engels?
A
dog
B
goat
C
monkey
D
duck

Slide 5 - Quiz

Wat is "harig" in het Engels?
A
furry
B
creepy
C
hairy
D
monkey

Slide 6 - Quiz

Wat is "kikker" in het Engels?
A
lizard
B
snail
C
snake
D
frog

Slide 7 - Quiz

Wat is een "schaap" in het Engels?
A
shape
B
shaap
C
sheep
D
scheep

Slide 8 - Quiz

Wat is "koe" in het Engels?
A
cow
B
couw
C
caw
D
coow

Slide 9 - Quiz

Wat is "a horse"?
A
een huis
B
een paard
C
een geit
D
een schaap

Slide 10 - Quiz

What animals are all pets?
A
lion, snake,
B
cat, rabbit
C
dog, elephant
D
sheep, goat

Slide 11 - Quiz