Tanta tibi est recti reverentia, Caesar, at aequi
quanta Numae fuerat: sed Numa pauper erat.
Ardua res haec est, opibus non tradere mores
et, cum tot Croesos viceris, esse Numam.
U heeft zo’n grote eerbied voor het juiste en het echtvaardige, Caesar,
als Numa had gehad: maar Numa was arm.
Dit is een moeilijke zaak, om principes niet op te offeren aan rijkdom
en, hoewel u zoveel Croesussen heeft overtroffen, een Numa te zijn.