DID LE5 Les 4 Evaluatie

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DidactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Product- en procesevaluatie
Volgende week

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Product evaluatie
Het doet er niet toe hoe de bal er ingaat, als hij er maar ingaat !

- Kijk je alleen naar het resultaat, dan wordt gesproken van product evaluatie

- Het resultaat van de les meet je af aan de doelstelling

- Drie soorten doelstellingen: motorisch, cognitief en sociaal affectief

Slide 4 - Slide

Product evaluatie
Doelstellingen
1. Acht van de tien deelnemers kunnen de handenstand tegen de muur, zonder hulp van medeleerlingen, waarbij vooral de nadruk ligt op een gespannen lichaamshouding.

2. Tachtig procent van de deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit een aanloop met afzet van een MT springen en op de voeten landen.

3. De helft van de deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet zodanig toepassen dat de bal over een afstand van twintig meter op hoofdhoogte bij de medespeler komt.

Slide 5 - Slide

Proces evaluatie
Op welke manier is het resultaat tot stand gekomen !


Beginsituatie
- Goed ingeschat
- Voldoende gegevens verzameld
- Bijzondere omstandigheden?
Lesopbouw
- juiste lesindeling
- Hoe verliepen de lesdelen?
- Lesdelen op elkaar afgestemd?
Organisatie
- VID?
- Juiste opstellingen?
- Juiste groepjes?
- Passende organisatievormen?
- Zes W's bij veranderingen toegepast?
- Organisatorische differentiatie?
Bewegingsvormen
- Voldeden aan gestelde eisen?
- Methodisch goed opgebouwd
- Voldoende mogelijkheden voor differentiatie?
Didactische werkvormen
- Passende didactische werkvorm gebruikt?
- De werkvormen hebben tot gewenst leergedrag geleid?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aan het eind van de les laat je iedere deelnemer tien services slaan.
Je telt hoeveel er gemiddeld in het servicevak komen.

Welke vorm van evaluatie is dat?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 9 - Quiz

Karin heeft net een hockeyles gegeven. Ondanks dat ze de les goed had voorbereid, is de les niet goed verlopen. Karin heeft haar doelstelling niet bereikt. De deelnemers waren erg onrustig en weinig geconcentreerd. Karin moest ze vaak tot de orde roepen.
Hoe kwam dat nou?

Welke vorm van evaluatie is dit?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 10 - Quiz

Tijdens de uitvoering observeer je in hoeverre de strekking van de armen en benen goed zichtbaar is.
Je noteert bij wie wel en bij wie het niet zichtbaar is.

Welke vorm van evaluatie is dat?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 11 - Quiz

Een atlete heeft hard getraind om bij de kampioenschappen in vorm te zijn. De kampioenschappen vormen een evaluatiemoment om te beoordelen of de training wel goed opgebouwd was.
De wedstrijdresultaten zijn: kogelstoten 8.50 meter, speerwerpen 31.70 meter.

Welke vorm van evaluatie is dit?
A
Product evaluatie
B
Proces evaluatie

Slide 12 - Quiz

Aan welk antwoord heb jij het meest?

Aan het einde van de training houdt de trainer een procesevaluatie.

Wat kan hij dan het beste aan de deelnemer vragen?
A
“Wat heeft je meer geholpen: de uitleg of het voordoen?”
B
“ Vond je mijn uitleg duidelijk?”
C
“ Hoe vond je zelf dat je de smash hebt uitgevoerd?”

Slide 13 - Quiz

Bij procesevaluatie gaat het om...
A
de manier waarop het resultaat tot stand is gekomen
B
het meetbare eindresultaat van de les

Slide 14 - Quiz

LE5 / LE6: wat wanneer en hoe
1. De les LE5 geven, LVF op papier inleveren bij docent

2. Nadat de les is afgerond krijg je feedback van docent en groep

3. Jij verwerkt feedback in de proces- en productevaluatie van het LVF

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide