6.3 Het Absolutisme

Voorkennis vragen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voorkennis vragen

Slide 1 - Slide

Antwoorden
Centralisatie = Ontwikkeling waarbij een land steeds meer vanuit één centraal punt wordt bestuurd.

Koningen verloren macht door het Leenstelsel (leenmannen (van adel) gaven land niet meer terug). Door centralisatie maakte de koning door middel van belasting kan de koning ambtenaren en een huurleger betalen om de macht van adel te omzeilen en zelf meer macht te krijgen.

Het paleis van Versailles is het centrale punt van de macht van de koning. Het straalt macht uit.

Slide 2 - Slide

6.3 Het absolutisme

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kunt:
- Uitleggen op welke manier koningen probeerden absolute macht te krijgen (politiek, economisch, cultureel).
- Je kunt Lodewijk XIV als voorbeeld gebruiken voor het uitleggen van absolute macht.
- Je kunt uitleggen wat het verschil is met tussen Frankrijk en Engeland in het streven naar absolute macht.

Slide 4 - Slide

Kenmerkend aspect
Het streven van vorsten naar absolute macht
Streven naar = proberen
(zou het dan ook lukken?)
Alle macht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Vragen bij filmpje en boek.
Lees nu 6.3 uit het boek en maak daarna de vragen.
Je hebt 20 minuten om deze te maken, de timer links kun je gebruiken om dit bij te houden.

1. Waarom streefde Lodewijk XIV naar het absolutisme?
2. Wat heeft de term Zonnekoning te maken met absolutisme?
3. Leg uit waarom absolutisme gezien kan worden als een extreme van centralisatie.
4. Leg uit hoe Lodewijk op politiek, economisch en cultureel gebied streefde naar absolutisme.
5. Leg uit waarom het Lodewijk XIV toch niet lukte om volledig alle macht in handen te krijgen.
timer
20:00

Slide 7 - Slide

Antwoorden
1. Lodewijk ging verder met centraliseren. (Zijn vader was daarmee begonnen) Hij vertrouwde ook de adel niet en wilde alle macht zelf hebben.
2. Alles draait om de zon (letterlijk draaien alle planeten om de zon). Zo draaide bij het absolutisme alles om de koning.
3. Bij centralisatie gaat de macht naar één punt en werd het land vanuit één punt geregeerd (vaak een hoofdstad). Bij het absolutisme is de macht zo ver naar één punt gegaan dat het in één persoon zit, de koning.
4. Politiek gebied gebruikt Lodewijk ambtenaren en een beroepsleger om de macht van de adel te beperken. Bovendien moest de adel aan het hof in Versailles wonen zodat Lodewijk ze kon controleren.
Economisch gebied voerde Lodewijk het mercantillisme in.
Cultureel gebied wilde hij dat iedereen katholiek werd.
5. Het lukte Lodewijk niet om de adel en geestelijkheid belasting te laten betalen, dus hij had niet alle macht. Hij wilde de inkomsten die hij misliep aan belasting ondervangen door het mercantillisme.

Slide 8 - Slide

Tijdvakkendossier
Maak 6.3 nu voor je tijdvakkendossier.

Let daarbij op je gemiddelde cijfer na toetsweek 2.
Je cijfer bepaalt in welke groep je zit en wat je precies moet doen.
timer
25:00

Slide 9 - Slide

Centraliseren is mogelijk als
A
De Noormannen ophouden met hun aanvallen
B
er weer een hoofdstad is
C
er weer een keizer is
D
er weer een geldeconomie is

Slide 10 - Quiz

Waar past onderstaand begrip het beste bij?
ABSOLUTISME
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Republiek

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het mercantillisme?
A
Veel export, weinig import
B
Veel export, veel import
C
Veel import, weinig export
D
Weinig import, weinig export

Slide 12 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 13 - Quiz