1.3 Ontwikkeling

1.3 Ontwikkeling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.3 Ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Is deze tekening Schematisch of Natuurgetrouw?
A
Natuurgetrouw
B
Schematisch

Slide 3 - Quiz

Wat voor een soort tekening is deze vlinder?
A
Schematische tekening
B
Natuurgetrouwe tekening

Slide 4 - Quiz

Levend, dood of levenloos?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Dood
Dood
Dood
Levend
Levend
Levend
Levend
Levenloos
Levenloos
Levenloos

Slide 5 - Drag question

In een tekening staan alleen de belangrijkste kenmerken getekend. Wat voor tekening is dit?
A
Natuurgetrouwe
B
Schematische

Slide 6 - Quiz

Natuurgetrouw of schematisch?
Aanzicht of doorsnede?
A
Natuurgetrouwe tekening lengte doorsnede
B
Natuurgetrouwe tekening buitenaanzicht
C
Schematische tekening buitenaanzicht
D
Schematische tekening dwarsdoorsnede

Slide 7 - Quiz


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 8 - Quiz


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 9 - Quiz

Buitenaanzicht
Dwarsdoorsnede
Lengtedoorsnede

Slide 10 - Drag question

Leerdoel
1.3.8 Je kunt een loep gebruiken.
1.3.9 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.
1.3.10 Je kunt omschrijven wat ontwikkeling is.

Slide 11 - Slide

Groei
Het groter en zwaarder worden van een organisme. 
Alle organismen groeien, maar soms zie je dat bijna niet.  

Slide 12 - Slide

Ontwikkeling
Veranderingen in de bouw van een organisme.

Het kikkervisje had eerst nog geen poten, later wel.

Slide 13 - Slide

Een zaad
Uit zaden groeien planten. Welke zaden ken je?
(Hint: vaak eten we zaden)
Een bruine boon is ook een zaad. Vandaag kijken we naar bruine bonen. 

Slide 14 - Slide

De onderdelen van een bruine boon

Slide 15 - Slide

Hartvormig bultje
Het hartvormige bultje heeft de vorm van een hartje.

Slide 16 - Slide

Poortje

Het poortje is een klein gaatje. Je kan het met het blote oog moeilijk zien.


Hierdoor komt het water naar binnen.

Slide 17 - Slide

Navel
Met de navel heeft de bruine boon vastgezeten aan de moederplant.

Slide 18 - Slide

Zaadhuid
De zaadhuid beschermt het zaad. Het is een vliesje.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Bruine boon
Een zaad
Zaadhuid: bescherming
Navel: hiermee heeft het zaad vastgezeten aan de plant
Poortje: opnemen van water
Zaadlobben: opslag reservevoedsel
Hartvormig bultje: geen taak

Slide 21 - Slide

Vergroten
Bij biologie bekijk je veel organismen. Soms zijn organismen zo klein dat je ze niet goed kunt zien. Om kleine organismen wel goed te zien, kun je ze vergroten. Daarvoor gebruik je een loep. Een loep is een vergrootglas. In afbeelding 2 zie je verschillende loepen.

Slide 22 - Slide

Zo werk je met een loep
Stap 1 Houd de loep dicht bij je oog.
Stap 2 Kijk door de loep naar het voorwerp.
Stap 3 Breng het voorwerp langzaam dichter bij de loep.
Stap 4 Stop als je het voorwerp scherp ziet.

Slide 23 - Slide

De kiem
In een zaad zit een kiem. De kiem is het begin van een nieuwe plant.
De kiem bestaat uit een klein worteltje en blaadjes.

De kiem is heel klein. Om te groeien heeft de kiem water en voedsel
nodig:
• Water haalt de kiem uit de grond.
• Voedsel haalt de kiem uit de zaadlobben.
Een bruine boon heeft twee zaadlobben. Hierin is voedsel opgeslagen.
De kiem gebruikt dit voedsel om te groeien. Uit de kiem groeit een
kiemplantje. De zaadlobben komen als eerste boven de grond. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Ontwikkeling bij planten
Een bruine boon is een zaad. In tomaten zitten ook zaden. Dit zijn de pitjes. Uit een tomatenzaadje kan een nieuwe tomatenplant groeien. 

Tijdens de groei verandert de plant. Aan het worteltje komen zijwortels. De plant krijgt bladeren en bloemen. Deze veranderingen noem je ontwikkeling. Bij ontwikkeling verandert de bouw van een organisme.
 Groei en ontwikkeling van een tomatenplant

Slide 26 - Slide

Aan het werk!
Wat? 1.3 Ontwikkeling - opdrachten 1 t/m 8
Opdracht 3 en 4 (practicum) niet maken
Waar? In je online methode
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Kom je bij mijn bureau

timer
1:00

Slide 27 - Slide