wk 1 en 2 M2A uitlegfilmpje

GESCHIEDENIS WEEK 1 EN 2
WIE HAD DE MACHT IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW EN WAAROM WAS DAT ZO GEREGELD?

HOE DACHTEN MENSEN IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW OVER GELIJKHEID EN ONGELIJKHEID?
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

GESCHIEDENIS WEEK 1 EN 2
WIE HAD DE MACHT IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW EN WAAROM WAS DAT ZO GEREGELD?

HOE DACHTEN MENSEN IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW OVER GELIJKHEID EN ONGELIJKHEID?

Slide 1 - Slide

EERST EVEN HET GEHEUGEN OPFRISSEN!

Slide 2 - Slide

WAT IS GESCHIEDENIS?

Slide 3 - Slide

Geschiedenis
De wetenschap die het verleden van mensen bestudeert aan de hand van bronnen


Geschiedenis 

  • Je onderzoekt het verleden van mensen

  • Je doet dit aan de hand van bronnen.

Slide 4 - Slide

WAAROM IS HET VAK GESCHIEDENIS ZO BELANGRIJK?

Slide 5 - Slide

Geschiedenis leert je de wereld om je heen te begrijpen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Geschiedenis leert je fouten uit het verleden niet te herhalen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Geschiedenis leert je ook allerlei vaardigheden die voor jou belangrijk zijn, nu en voor je toekomst.

Slide 11 - Slide

Geschiedenis leert je kritisch te zijn.

Slide 12 - Slide

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN HET VERLEDEN EN GESCHIEDENIS?

Slide 13 - Slide

  • Het verleden is alles dat vroeger is gebeurd.
  • Van dat verleden zijn bronnen bewaard gebleven.
  • Geschiedenis probeert het verleden achteraf weer in beeld te brengen aan de hand van deze bronnen

  • Geschiedenis is dus niet hetzelfde als het verleden.
  • Geschiedenis geeft alleen een beeld van het verleden.
  • Geschiedenis is dus niet zoals het was, maar hoe wij denken dat het was!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

WIE HAD DE MACHT IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW EN WAAROM WAS DAT ZO GEREGELD?

Slide 16 - Slide

Tijdvak 6

De Tijd van Regenten en Vorsten

1600-1700

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lodewijk XIV

  • Koning van Frankrijk (1643-1715)
  • De machtigste koning in Europa in de 17e eeuw
  • Absoluut vorst
  • Macht van god gekregen
  • Katholiek
  • Voerde veel oorlog
  • Gaf veel geld uit aan mooie dingen

Slide 19 - Slide

Absolutisme
 Een vorm van regeren waarbij: 

1) De vorst alle macht in handen heeft

2) De vorst niet gebonden is aan wetten

3) De vorst aan niemand verantwoording hoeft af te leggen. 

'L'état, c'est moi!' (De staat, dat ben ik!)

Slide 20 - Slide

De Zonnekoning

'Zoals de planeten om de zon draaien, zo draaide alles in Frankrijk om hem. Hij is het stralende middelpunt.'

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

WIE HAD DE MACHT IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW EN WAAROM WAS DAT ZO GEREGELD?

Lodewijk XIV had in de 17e eeuw alle macht in Frankrijk. Hij regeerde als een absoluut vorst.
God had hem uitgekozen om als vorst te regeren.

Slide 25 - Slide

HOE DACHTEN MENSEN IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW OVER GELIJKHEID EN ONGELIJKHEID?

Slide 26 - Slide

Standen Maatschappij 
STANDENMAATSCHAPPIJ

Slide 27 - Slide

Over deze verdeling werd niet getwijfeld: 
God had dit zo bepaald.

Slide 28 - Slide

De eerste stand
De geestelijkheid
  • De mensen van de kerk. 
  • Bidden: zorgen dat de mensen in de hemel komen. 
  • Grootgrondbezitters
  • Betaalden geen belasting
  • Alleen maar rechten; geen plichten

Slide 29 - Slide

De tweede stand:
De adel


  • Bestuur en de verdediging van het land.
  • Grote paleizen
  • Betaalden geen belasting
  • Alleen maar rechten; geen plichten

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen in Versailles. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 30 - Slide

De derde stand
burgers en boeren
  • Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. 
  • Daarom in de 3e stand grote verschillen. Vb. rijke burgers en arme boeren.

  • De 3e stand had alle plichten: burgers en boeren moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 31 - Slide

De derde stand
burgers en boeren
  • Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. 
  • Daarom in de 3e stand grote verschillen. Vb. rijke burgers en arme boeren.

  • De 3e stand had alle plichten: burgers en boeren moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 32 - Slide

HOE DACHTEN MENSEN IN FRANKRIJK IN DE 17E EEUW OVER GELIJKHEID EN ONGELIJKHEID?

Er was ongelijkheid in Frankrijk. 
Er waren drie standen. De derde stand had het minste en moest als enige stand belasting betalen.
Maar men accepteerde dit omdat God het zo bepaald had.
Maar dat zou gaan veranderen...

Slide 33 - Slide