Grammaticales - Werkwoorden Woordtrainer 12

Doel van de les
Van makkelijk naar moeilijk
- Je weet wat werkwoorden zijn
- Je kunt werkwoorden herkennen 
- Je kunt werkwoorden in een zin zetten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van de les
Van makkelijk naar moeilijk
- Je weet wat werkwoorden zijn
- Je kunt werkwoorden herkennen 
- Je kunt werkwoorden in een zin zetten

Slide 1 - Slide

Welk werkwoord zie je? Schrijf het hele werkwoord.

Slide 2 - Open question

Welk werkwoord zie je? Schrijf het hele werkwoord.

Slide 3 - Open question

Welk werkwoord zie je? Schrijf het hele werkwoord.

Slide 4 - Open question

Welk werkwoord zie je? Schrijf het hele werkwoord.

Slide 5 - Open question

Welk werkwoord zie je? Schrijf het hele werkwoord.

Slide 6 - Open question

Ik _____ (halen) mijn moeder van het werk.

Slide 7 - Open question

Mijn opa _______ (geven) mij geld voor mijn verjaardag.

Slide 8 - Open question

_______ (lopen) jij naar school?

Slide 9 - Open question

Op zaterdag _____ (doen) mijn moeder boodschappen.

Slide 10 - Open question

OVT:
De auto....naar de winkel.
A
rijdt
B
reed
C
rijd

Slide 11 - Quiz

Hoeveel uren _____ (slapen) jij?

Slide 12 - Open question

VTT:
Wij...... ..... op de bus.
A
heeft gewacht
B
hebben gewachten
C
hebben gewacht

Slide 13 - Quiz

De hond _____ (hebben) pijn aan zijn poot.

Slide 14 - Open question

Op de gang _____ (mogen) je niet rennen.

Slide 15 - Open question

OVT: Mijn moeder....de buurman.
A
roepte
B
riep
C
roept

Slide 16 - Quiz

OTT:
Hij......naar school
A
fietst
B
fiest
C
fiets

Slide 17 - Quiz

De aap ____ (willen) graag een banaan.

Slide 18 - Open question

OTT:
Ik.....de bus.
A
stappte uit
B
stapten uit
C
stapte uit

Slide 19 - Quiz