Herhaling Bs 1 & 2

Welkom allemaal
Ga zitten en pak je spullen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal
Ga zitten en pak je spullen

Slide 1 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
  1. Schreeuw en praat niet door andere heen.
  2. Bij vraag steek je je hand op en wacht je op je beurt.
  3. Wees niet bezig met mensen achter je.
  4. Blijf van andermans spullen af.
  5. Spullen, huiswerk en opdrachten in orde.
  6. Geen eten en drinken in het lokaal.
  7. Buiten de les ben ik via Teams bereikbaar.

Slide 2 - Slide

Wat willen jullie van mijn kant zien?

Slide 3 - Mind map

Levend
Dood
levenloos
Heeft nooit levenskenmerken gehad
Heeft levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer

Slide 4 - Drag question

Welk van deze woorden is een ander woord voor een levend wezen?
A
Orgaan
B
Organisme
C
Cel
D
Orgaanstelsel

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je een aantal organen die samen een functie hebben?
A
Organisme
B
Organen
C
Organenstelsel

Slide 6 - Quiz

Een weefsel is een groep ...
met dezelfde bouw en dezelfde functie(s).
A
Cellen
B
Organen
C
Orgaanstelsels

Slide 7 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) noem je een
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Organisme
D
Weefsel

Slide 8 - Quiz

Van welk organisatieniveau is je maag een voorbeeld?
A
Van het organisatieniveau cel
B
Van het organisatieniveau orgaan
C
Van het organisatieniveau orgaanstelsel
D
Van het organisatieniveau weefsel

Slide 9 - Quiz

De organisatieniveau's van klein naar groot:
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
B
orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels

Slide 10 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Bijna alle organen zijn opgebouwd uit cellen
B
Alle cellen zien er hetzelfde uit
C
Cellen kun je met het blote oog zien
D
Het celmembraan is een vlies om de cel

Slide 11 - Quiz

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Reageren
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien

Slide 12 - Drag question

Wat zijn levenskenmerken?
A
hoe groot en zwaar een organisme is
B
kenmerken van een levend organisme
C
de ontwikkeling van een organisme
D
kenmerken van een dood organisme

Slide 13 - Quiz

Welke levenskenmerken hoort NIET bij stofwisseling ?
A
voortplanten
B
voeden
C
uitscheiden
D
ademhalen

Slide 14 - Quiz

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 15 - Drag question

Plantaardige cel
Dierlijke cel
Cytoplasma
Bladgroenkorrels
Celwand
Celkern
Grote vacuole

Slide 16 - Drag question

Geef een voorbeeld van een orgaanstelsel.

Slide 17 - Open question

Van wie heb je je chromosomen gekregen?
A
46 van je moeder
B
23 van je moeder
C
23 van je vader
D
23 van je moeder en 23 van je vader

Slide 18 - Quiz

Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel
Tong
Skelet
Huidweefsel
Schimmelcel

Slide 19 - Drag question


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 20 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 21 - Quiz

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 22 - Quiz


Welk orgaan zie je hier?
A
longen
B
lever
C
nieren
D
hart

Slide 23 - Quiz