MYP3 (E) 2023-2024 Unit 1

Brief schrijven
Dinsdag, 28 november 2023
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Brief schrijven
Dinsdag, 28 november 2023

Slide 1 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat een brief?

Slide 2 - Open question

BELANGRIJK

Slide 3 - Mind map

Leerdoel
Ik kan een brief schrijven:
Plaatsnaam + datum(place+date)
Aanhef(salutation)
Constructie/alinea-indeling(body)
Spelling + interpunctie
Afsluiting(closing)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Formal/polite letter
informal/personal 
Lieve...
Beste..
'jij' of 'je'
'u'
Groetjes,
Kusjes,
Liefs,
Met vriendelijke groeten,

Slide 6 - Drag question

Wat is correct?
A
abcoude,12 mei 2022
B
Abcoude, 12 Mei 2022
C
Abcoude, 12 mei 2022
D
12 mei 2022, Abcoude

Slide 7 - Quiz

Je schrijft een brief naar de koning van Nederland
A
Lieve.....
B
Hoi......
C
Beste.....
D
Hey.....

Slide 8 - Quiz

Je schrijft een brief naar je beste vriend/vriendin
A
Geachte...
B
Lieve...
C
Beste....
D
Hoi....

Slide 9 - Quiz

Uit hoeveel delen bestaat het middenstuk van jouw brief?
A
4
B
3
C
2
D
7

Slide 10 - Quiz

Jij krijgt een brief van mij - wat is correct?
A
Groetjes, juf Eric.
B
Met friendelijke groeten, Eric.
C
kusjes, juf eric
D
Liefs, juf Eric

Slide 11 - Quiz

Wat vertel je in de inleiding?
A
Wie je bent
B
Waarom je deze brief schrijft
C
Wat je hoopt
D
Wat je gaat doen met deze brief

Slide 12 - Quiz

Wat schrijf je in het slot van jouw brief?
A
de groeten!
B
vraag/verzoek voor de lezer
C
jouw naam en de groeten
D
waarom je deze brief schrijft

Slide 13 - Quiz

Waar schrijf je de hoofdletters?
A
1e regel - plaatsnaam
B
alle maanden met een hoofdletter
C
1e regel - plaatsnaam & naam van de maand
D
Alle namen van een mens, land, stad

Slide 14 - Quiz

Is het verstandig om altijd (hele) lange zinnen te maken?
A
Dat kan - maar let op komma's!
B
Ja - dat is altijd een goed idee!
C
Als ze maar niet langer zijn dan 25 woorden
D
Korte zinnen zijn makkelijker!

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel alinea's bestaat jouw brief minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Zinnen maken
sentence structure
onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar
(subject - verb - when - what - where)

Slide 17 - Slide

IK - MORGEN - OP SCHOOL - VERJAARDAG - VIER

Slide 18 - Open question

MIS - JOU - IK - OP MIJN VERJAARDAG

Slide 19 - Open question

TAART - MIJN MOEDER - OP MIJN VERJAARDAG - MAAKT

Slide 20 - Open question

GEEFT - MIJN CADEAU - OP MIJN VERJAARDAG - OPA

Slide 21 - Open question

Opdracht - brief schrijven(100w)
Jouw beste vriend/vriendin en jij zijn jarig op dezelfde dag!
Vraag eerst hoe het met hem/haar gaat
Vertel hoe het met jou gaat
OPTIE A
3 zinnen: vertel hoe jij jouw verjaardag gaat vieren - met welke activiteiten




Slide 22 - Slide

Opdracht - brief schrijven(100w)
Jouw beste vriend/vriendin en jij zijn jarig op dezelfde dag!
Vraag eerst hoe het met hem/haar gaat
Vertel hoe het met jou gaat
OPTIE B
3 zinnen: je zou graag jullie verjaardag samen vieren maar dit kan niet. Vertel hoe jij jouw verjaardag gaat vieren - en hoe jij je voelt



Slide 23 - Slide