This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Du hast 3 min für:
Je hebt 3 min om:
jas uit / pet en capuchon af
boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Slide 2 - Slide
Wörter schreiben und abfragen
Schrijf de woordjes van Lektion 3, 4, 5 blz. 49-50 herhaaldelijk op totdat de timer is gestopt.
Van NL-D en D-NL
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Was machen wir heute?
Wörter schreiben und abfragen
Schema Possessivpronomen in dein Heft
An die Arbeit
Hören
LOGO
Hausaufgaben
Slide 4 - Slide
Lernziel
am Ende der Stunde kannst du mindestens drei possessivpronomen benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Heft
Noteer de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden!
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun
uw
mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
unser(e)
euer(e)
ihr(e)
Ihr(e)
Slide 7 - Slide
Bij de bezittelijke voornaamwoorden kan er een -e achter komen.
Waarom?
Als het zelfstandige naamwoord achter het bezittelijke voornaamwoord vrouwelijk of meervoud is dan komt er net als bij ein en kein een -e achter het bezittelijk voornaamwoord.
Er staan 4 verschillende vormen van ihr. Wat is het verschil?
ihr als persoonlijk voornaamwoord betekent jullie en als bezittelijk voornaamwoord haar, hun en uw. Let op de hoofdletter bij de uw-vorm!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
An die Arbeit
Machen: Aufgabe 11, 12, 13 auf Seite 34-35
Aufgabe 1 auf Seite 37
Wie? De eerste 10 minuten in stilte
Fertig? Na klar online versterk jezelf------> bezittelijke voornaamwoorden
timer
15:00
Slide 12 - Slide
Aufgaben kontrollieren
Slide 13 - Slide
Hören im Plenum
Aufgabe 4, 5, 6, Seite 39
Slide 14 - Slide
Logo
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hausaufgaben
Machen Na klar online: Klassencode 967354
Kapitel 1.5 test jezelf + woordtrainer
Slide 17 - Slide
Lernziel
am Ende der Stunde kannst du mindestens drei possessivpronomen benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.