P2 Lever Alvleesklier Galblaas Buikvlies

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Slokdarm

Lever

Dikke darm

Galblaas

Maag

Alvleesklier

Dunne darm

Anus

Appendix

Programma vandaag

1. Opdracht week 8 - zie Teams voorbereidingsvragen

3. Leerdoelen

2. Onderwerpen: lever, galblaas, alvleesklier, buikvlies

3. Leerdoelen gehaald?

Nakijken overhoring

Leerdoelen

Je noemt de anatomische naam

Je beschrijft de ligging

Je benoemt de werking en legt deze uit

Van de volgende organen:

lever, alvleesklier, galblaas, buikvlies

Lees

6.5 Lever

- maak een mindmap, met 8 takken en daarbij 1 - 2 zinnen informatie

6.6 Buikvlies

- Wat is de functie van het buikvlies?

- Wat is peritonitis

Klaar? Laat je werk even zien

Bedenk een stelling over de leertekst van lever en buikvlies

onderwijs-op-afstand.nl

Zet de prikker op de lever. 

Zet deze op de lever

bouw van de lever

Het aanvoeren van bouwstenen via

• de poortader
• de leverslagader

Het afvoeren van stoffen via

• de galbuisjes
• de leverader

Functies van de lever --> wel 600!!

De lever heeft verschillende functies.

• Aanmaak nuttige stoffen
  
• Afbraak schadelijke stoffen
• Opslag
• Warmteproductie

Wat weet je of ken ziektes van de lever, alvleesklier of galblaas?

In welke richting stroomt het bloed van de poortader?

1. Nier > Lever
2. Darm > Lever
3. Lever > Nier
4. Lever > Darm

Breekt deze stoffen af

Slaat deze stoffen op

Maakt deze stof

Functies van de lever

Gal

Medicijnen

Alcohol

Versleten bloedcellen

Overtollige eiwitten

Vitamines

Glucose

Zet de prikker op de galblaas

Zet deze op de galblaas

Wat is gal?

 1. Wordt gemaakt door de lever.

2. Opslag in galblaas

3. Komt bij het voedsel in de 12 vingerige darm.

4. Verdeelt vet in kleine druppeltjes

Vul in, wat weet je nu over de lever?

Zet de prikker op de alvleesklier

Zet deze op de alvleesklier

Alvleesklier

Opgebouwd 

uit 

lobben met elk 

hun eigen 

afvoergang - 

komen uit in 

de 

alvleesklierbuis

Alvleesklier (pancreas)

Endocriene functie 

--> cellen maken insuline en glucagon

Exocriene functie

--> alvleeskliersap met 

enzymen om proteïnen, koolhydraten en vetten te verteren

natriumbicarbonaat om te neutraliseren

het buikvlies (peritoneum) is een dubbel vlies om alle buikorganen heen, het geeft bescherming

Veel organen zijn in het buikvlies gegroeid (paars).

Sommige liggen erachter (groen) of eronder (geel)

Buikvlies

Peritoneum

- in het groen weergegeven

- vlies met vocht

- goede beweging

- organen 'hangen' in de buikholte aan deze structuur

vesica biliaris

pancreas

peritoneum

hepar

laat de gal vrij wanneer voedsel in de 12 vingerige darm komt

zorgt voor het neutraliseren van de voedselbrij nadat deze de pylorus passeert

Zorgt voor stevigheid voor zenuwen en bloedvaten richting de organen

zet aminozuren om in nieuwe stoffen

Bespreek:

- Per stadium wat de zorgvrager nog wel kan en wat niet.

- Welke begeleiding heeft de zorgvrager per stadium nodig?

Leerdoelen

Je noemt de anatomische naam

Je beschrijft de ligging

Je benoemt de werking en legt deze uit

Van de volgende organen:

lever, alvleesklier, galblaas, buikvlies

Vul in, wat weet je nu over de lever, galblaas, alvleesklier en peritoneum?

Afsluiting

Leerdoelen gehaald

insuline zorgt voor opname van glucose in de cellen, slaat glucose op in de lever (als glycogeen)

1 insuline

• zorgt ervoor dat glucose in de cel kan; hierdoor verlaagt de bloedsuiker
• zorgt in de lever voor stapeling glucose in glycogeen

hierdoor zorgt insuline voor een verlaging van de bloedsuiker

1 insuline

• zorgt ervoor dat glucose in de cel kan; hierdoor verlaagt de bloedsuiker
• zorgt in de lever voor stapeling glucose in glycogeen

glucagon doet precies het tegenovergestelde; hierdoor zorgt het voor een verhoging van de bloedsuiker

1 insuline

• zorgt ervoor dat glucose in de cel kan; hierdoor verlaagt de bloedsuiker
• zorgt in de lever voor stapeling glucose in glycogeen

Bij endocriene klieren worden producten

1. naar de lichaamsholten afgescheiden,
2. naar het lichaamsoppervlak afgescheiden
3. in de bloedbaan afgescheiden
4. via urine en ontlasting uitgescheiden

De papil van Vater komt uit in:

1. de maag
2. het duodenum
3. het ileum
4. de colon

Welk hormoon zal worden afgegeven door de pancreas na een periode van vasten?

1. Insuline
2. Glucagon
3. Glucose
4. Glycogeen

In welke 2 stoffen worden vetten omgezet onder invloed van lipase?