Spijsvertering > gal > vetten emulgeren.
Homeostase balans in lichaam > bloedsuikerspiegel, verhoudingen bloed
De lever draagt bij aan de koolhydraatstofwisseling, de eiwitstofwisseling en de vetstofwisseling. In de koolhydraatstofwisseling handhaaft de lever het glucosegehalte constant in het bloed. Overtollige glucose kan opgeslagen worden in de vorm van een stof genaamd glycogeen, zowel in de lever als in de spieren.
Bij de eiwitstofwisseling maakt de lever niet-essentiele aminozuren en breekt de overtollige aminozuren af. Het bijproduct van deze afbraak is ammoniak (zeer giftig). Dit ammoniak wordt door de lever omgezet in ureum wat gemakkelijk door de nieren kan worden uitgescheiden.
In de vetstofwisseling, participeert de lever in de vorming van niet-essentiële vetzuren uit andere vetzuren, aminozuren of koolhydraten. De lever is ook nauw betrokken bij de productie en afbraak van cholesterol.