Thema 4 week 2 les 6

Thema 4, week 2, les 6
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WoordenschatBasisschoolGroep 7

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 4, week 2, les 6

Slide 1 - Slide

Fantasie

Slide 2 - Slide

week 2
les 6

Slide 3 - Slide

de tulban
Een hoofddeksel dat bestaat uit een lap stof die om het hoofd wordt gewikkeld.

Slide 4 - Slide

de sombrero
Een hoed met een hele brede rand die hoort bij de klederdracht van Mexico.

Slide 5 - Slide

het keppeltje
Een rond kapje dat sommige joodse mannen op hun hoofd dragen.

Slide 6 - Slide

het hoofddeksel
Een kledingstuk dat je op je hoofd draagt.
(een hoed, een tulband of een sombrero

Slide 7 - Slide

democratisch
                          de  tulband

                            het hoofddeksel

de sombrero              het keppeltje

Slide 8 - Slide

aanwakkeren
Heftiger maken.
Zijn scheldwoorden wakkerden de ruzie aan.

Slide 9 - Slide

sussen
Kalmer maken.
Haar vriendelijke woorden susten de ruziemakers.

Slide 10 - Slide

aanwakkeren
heftiger maken
sussen
kalmer maken

Slide 11 - Slide

terecht
Juist, het klopt.

Slide 12 - Slide

zich wenden tot

Iets vragen aan of zeggen tegen iemand anders.

Slide 13 - Slide

de variant
Het lijkt op iets anders, maar is net niet hetzelfde.

Slide 14 - Slide

pasklaar
Op maat gemaakt, aangepast aan de situatie.

Slide 15 - Slide

willekeurig


Zomaar gekozen, zonder dat erover nagedacht is.

Slide 16 - Slide

je niet uit het veld laten slaan
Je raakt niet ontmoedigd of in de war als iemand je tegenspreekt of tegenwerkt.

Slide 17 - Slide

wat betekent terecht?

Slide 18 - Open question

een tulband, een sombrero, een keppeltje is een.....?
A
kledingstuk
B
hoofddeksel

Slide 19 - Quiz

Je niet uit het veld laten slaan betekent?

Slide 20 - Open question

aanwakkeren betekent?

Slide 21 - Open question

willekeurig?
A
zomaar gekozen, zonder erover na te denken
B
wat keurig
C
Je wilt het wel

Slide 22 - Quiz

de variant

Slide 23 - Open question

pasklaar
A
het is gepast geld
B
op maat gemaakt
C
het is klaar
D
aangepast aan de situatie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide