Hoofdstuk 7 Deel 2

Hoofdstuk 7 Deel 2
Verlichting
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 Deel 2
Verlichting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 2.3

1. Wat wordt bedoeld met de Verlichting?

2. Met welke verlichte ideeën kwamen de verlichte denkers?


Slide 2 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Door gebruik te maken van het verstand maken mensen een einde aan de 'duisternis' van domheid, bijgeloof en onverdraagzaamheid.

    Slide 3 - Slide

    Terugblik
    •  Renaissance (ca 1500): kritische blik op oude teksten, waarnemingen zonnestelsel (Copernicus, Galileï)

    • Wetenschappelijke Revolutie (ca 1650) : ontdekking natuurwetten (Newton) en betere instrumenten (microscoop) leiden tot golf van ontdekkingen.

    • Spinoza en Descartes: rationalisme

    Slide 4 - Slide

    Kenmerken Wetenschappelijke revolutie
    • Observeren (empirisch onderzoek)
    • Experimenteren ( Trial and error)
    • Redeneren (Van 'Ratio')
    • 16e en 17e eeuw

    Slide 5 - Slide

    Verschil Wetenschappelijke revolutie en de Verlichting.

    •  Tijdens de Wet. Revolutie ontwikkelen ze ideeën en onderzoeken ze verschillende onderwerpen.
    • Tijdens de verlichting gaat die ontwikkeling door. Worden die Ideeën gedeeld op grote schaal. En soms zelfs op kleine schaal ingevoerd.
    • Tijdens de Revolutie zie je dat die ideeën (met geweld) worden ingevoerd.

    Slide 6 - Slide

    De Verlichters en het geloof
    Verlichters
    • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in = deïsme
    • Je kunt niet bewijzen dat er 1 waar geloof is, dus je moet verdraagzaam (tolerant) zijn.  Belangrijke figuur = Voltaire.

    Gevolg
    • Voor godsdienstvrijheid
    • Tegen invloed van de kerk op de politiek

    Slide 7 - Slide

    Rationeel denken
    • Rationeel denken= logisch nadenken
    • Mensen kregen meer kennis
    • Experimenteren
    • Veel nieuwe ideeën over het geloof

    Slide 8 - Slide

    De Verlichters en gelijkheid
    Verlichters
    • Mensen (mannen) zijn gelijk en vrij geboren

    Gevolg
    • Tegen standenmaatschappij
    • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

    Slide 9 - Slide

    De Verlichters en politiek I
    Verlichters
    • Een koning is er voor het volk
    • Het volk mag een slechte koning afzetten
    • De echte macht ligt bij het volk (volkssoevereiniteit)

    Gevolg
    • Tegen absolutisme
    • Voor democratie

    Slide 10 - Slide

    Reacties koningen
    • Ideeën van de Verlichting verbieden

    • Of
    • Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
    • = Verlicht absolutisme ('alles vóór het volk, niets dóór het volk')

    Slide 11 - Slide

    De Verlichters en politiek II
    John Locke (Eng. 1632-1704)
    Het volk geeft de koning/ regering zijn macht 

    Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
    Trias Politica, de scheiding der machten

    Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
    Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.

    Slide 12 - Slide

    Slide 13 - Video

    (komt later aan bod)

    Slide 14 - Slide

    Afsluiting
    Vragen?
    Onduidelijkheden?
    herhaling?

    Slide 15 - Slide