8. 29 jan: drogredenen deel 2

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Slide

Communiceren doe je samen 2
  • Startopdracht
  • Huiswerk bespreken
  • Drogredenen deel 2 
  • Literatuur: proza

Vandaag woensdag 29 januari:

Slide 2 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht: 
Schrijf je antwoorden op.

1. Teken een onderschikkende argumentatiestructuur uit. 
2. "Mijn nieuwe bed slaapt fantastisch!" waarderend of feitelijk argument? 
3. "Een echte Matisse is voor iedereen een beleving." waarderend of feitelijk argument? 
4. Wat is het verzwegen argument?
5. Hoe kun je ervoor zorgen dat een verzwegen argument makkelijker wordt?
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken  - opdracht 1 en 2 (pg 136)

opdracht 1: 
  • De grens tussen fictie en non-fictie is moeilijk te trekken omdat alle literatuur een relatie heeft met de werkelijkheid, anders zouden we er niets van begrijpen.

Slide 4 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken  - opdracht 2 (pg 136)

Opdracht 2
  • Als schrijvers bezig zijn een boek te schrijven, doen ze met hun geest en andere bronnen onderzoek naar hoe hun fictieve personages zich zullen gedragen in allerlei fictieve situaties, en wat ze daarbij zullen denken en voelen. De schrijver zal proberen zo goed mogelijk het echte leven te benaderen, want anders is het niet geloofwaardig voor de lezer. 

Slide 5 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Drogredenen - deel 2
6. Het ontduiken van bewijslast
7. Cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek 
Maak aantekeningen!

Slide 6 - Slide

Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van zelf je standpunt te onderbouwen met argumenten, laat je je gesprekspartner het omgekeerde bewijzen. 

Bijvoorbeeld:
  • Als je zegt dat mijn plan niet werkt, moet je wel kunnen uitleggen waarom het zou mislukken.
  • In plaats van zelf te onderbouwen waarom jouw plan zo goed, is, moet de ander nu uitleggen waarom het plan niet zou werken. 



Slide 7 - Slide

Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van zelf je standpunt te onderbouwen met argumenten, laat je je gesprekspartner het omgekeerde bewijzen.

Bijvoorbeeld:
  • Je kunt niet bewijzen dat dit medicijn geen bijwerkingen heeft, dus het werkt vast. 
  • In plaats van zelf te onderbouwen waarom het medicijn goed werkt, moet een ander onderbouwen waarom het niet goed is.  



Slide 8 - Slide

Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
Je zegt twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.
De conclusie herhaalt het argument (en andersom).

Bijvoorbeeld:
  • Ik ben de baas, want ik heb het hier voor het zeggen. 
  • Wie het voor het zeggen heeft, is de baas. 




Slide 9 - Slide

Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
Je zegt twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.
De conclusie herhaalt het argument (en andersom).

Bijvoorbeeld:
  • We kunnen ervan uitgaan dat hij eerlijk is, want hij zegt altijd de waarheid.
  • Eerlijk zijn = de waarheid spreken. Het standpunt en het argument zijn hetzelfde.  




Slide 10 - Slide

Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor (sterker, extremer of gemakkelijker). Vervolgens val je dat veranderde standpunt aan. 
Er wordt niet gediscussieerd over het echte standpunt. 

Bijvoorbeeld:
  • Je vindt dat de overheid meer moet investeren in de gezondheidszorg, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen andere sectoren meer moeten financieren.
  • Het standpunt van de tegenstander wordt verkort tot een extreem standpunt: dat de gezondheidszorg alles zou moeten zijn. Door het standpunt te vereenvoudigen en te vervormen, kan het gemakkelijker worden afgewezen.

Slide 11 - Slide

Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor (sterker, extremer of gemakkelijker). Vervolgens val je dat veranderde standpunt aan.
Er wordt niet gediscussieerd over het echte standpunt. 

Bijvoorbeeld:
  • Jij bent tegen de doodstraf, dus je denkt dat criminelen gewoon vrij moeten rondlopen zonder enige straf.
  • De tegenstander zegt mogelijk alleen dat de doodstraf onmenselijk of onterecht is, maar de reactie die het standpunt vertekent, is dat criminelen helemaal geen straf zouden moeten krijgen. Dit maakt het standpunt van de tegenstander in een vervormde en gemakkelijke vorm om aan te vallen.

Slide 12 - Slide

Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
Iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.

Bijvoorbeeld:
  • "Je wilt toch niet dat onze kinderen opgroeien in een wereld vol vervuiling?"
  • In dit voorbeeld wordt de emotie van bezorgdheid over de toekomst van kinderen aangesproken, zonder daadwerkelijk bewijs te leveren voor de stelling over vervuiling. Het speelt in op de gevoelens van ouders, maar biedt geen rationeel argument waarom iets zou moeten veranderen.




Slide 13 - Slide

Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
Iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.

Bijvoorbeeld:
  • "Hoe zou jij het vinden als je familie in gevaar zou komen door een onveilige werkomgeving?"
  • Hier wordt geprobeerd de emoties van het publiek op te wekken door een situatie voor te stellen waarin een geliefde in gevaar zou kunnen komen, wat het publiek tot actie zou kunnen aanzetten. De nadruk ligt op het oproepen van gevoelens van zorg en empathie, zonder een feitelijk argument over de werkomstandigheden zelf.




Slide 14 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Drogredenen - deel 2
6. Het ontduiken van bewijslast
7. Cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek 
Maak aantekeningen!

Slide 15 - Slide

Communiceren doe je samen 2
1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
7. Je zegt dat we de belastingen moeten verhogen voor de rijken, dus jij wilt dat alle rijke mensen al hun geld kwijt raken.
8. Deze wet is terecht, omdat het een wet is.
9. Ik heb gelijk, want ik weet dat ik gelijk heb.

Kies uit: 6. Het ontduiken van bewijslast; 7. Cirkelredenering; 8. Het vertekenen van een standpunt; 9. Het bespelen van publiek.                          Schrijf je antwoord op!
timer
9:00

Slide 16 - Slide

Communiceren doe je samen 2
1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
  • Uitleg: het ontduiken van de bewijslast: In dit geval wordt geen argument gegeven waarom het product het beste is. In plaats daarvan wordt van anderen verwacht om te bewijzen dat het niet het beste is. De bewijslast wordt omgekeerd: als anderen niet kunnen bewijzen dat het niet waar is, wordt het automatisch als waar aangenomen.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
  • Uitleg: het vertekenen van een standpunt: De persoon die dit zegt, vervormt het standpunt van de ander door te stellen dat onderwijs de enige prioriteit moet zijn, terwijl de tegenstander alleen maar zegt dat onderwijs meer aandacht nodig heeft. Door dit extreme standpunt te creëren, wordt het gemakkelijker om het te weerleggen.
Drogredenen nakijken

Slide 17 - Slide

Communiceren doe je samen 2
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
  • Uitleg: het ontduiken van de bewijslast: In dit voorbeeld wordt geen bewijs geleverd voor het bestaan van buitenaardse wezens. In plaats daarvan wordt van de ander geëist om het tegendeel te bewijzen, namelijk dat buitenaardse wezens níet bestaan. Dit is een manier om een bewering te doen zonder daadwerkelijk bewijs te leveren.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
  • Uitleg: Dit is een klassieke cirkelredenering. De bewering dat de Bijbel waar is, wordt ondersteund door het feit dat in de Bijbel staat dat het waar is. Het argument herhaalt de stelling zelf en biedt geen onafhankelijk bewijs voor de waarheid van de Bijbel.

Drogredenen nakijken

Slide 18 - Slide

Communiceren doe je samen 2
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
  • Uitleg: het bespelen van publiek: In dit geval wordt geprobeerd de emoties van schuld en verantwoordelijkheid op te wekken, door te suggereren dat je onrecht zou doen door niet te stemmen. Dit beroep op emoties kan de rationele overwegingen om wel of niet te stemmen overschaduwen, zonder dat er een diepere discussie wordt gevoerd over het stemmen zelf.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
  • Uitleg: het bespelen van publiek: Hier wordt geprobeerd een gevoel van medelijden en verantwoordelijkheid op te wekken door te focussen op de emotionele impact van armoede, in plaats van het geven van concrete oplossingen of feiten. Het argument speelt in op de angst voor lijden, maar mist logische onderbouwing.
Drogredenen nakijken

Slide 19 - Slide

Communiceren doe je samen 2
7. Je zegt dat we de belastingen moeten verhogen voor de rijken, dus jij wilt dat alle rijke mensen al hun geld kwijt raken.
  • Uitleg: het vertekenen van een standpunt: De oorspronkelijke stelling is waarschijnlijk dat de belastingdruk voor de rijken iets omhoog moet, maar hier wordt het standpunt verkeerd weergegeven door te zeggen dat de rijksten hun volledige vermogen zouden moeten verliezen. Dit maakt het gemakkelijker om het standpunt van de tegenstander te verwerpen, omdat het in een extreme en onrealistische vorm wordt gepresenteerd.
8. Deze wet is terecht, omdat het een wet is.
  • Uitleg: Cirkelredenering: In dit voorbeeld wordt de rechtvaardigheid van een wet geaccepteerd zonder verder bewijs, enkel door te stellen dat het een wet is. De bewering dat iets 'terecht' is, wordt enkel ondersteund door het feit dat het al een wet is, wat de conclusie al veronderstelt.

Drogredenen nakijken

Slide 20 - Slide

Communiceren doe je samen 2
9. Ik heb gelijk, want ik weet dat ik gelijk heb.
  • Uitleg: In dit voorbeeld wordt het gelijk van de spreker ondersteund door de bewering dat hij gelijk heeft. Dit is een cirkelredenering omdat de conclusie ('ik heb gelijk') en het bewijs ('ik weet dat ik gelijk heb') hetzelfde zijn. Er wordt geen onafhankelijk bewijs gepresenteerd voor het gelijk van de spreker

Drogredenen nakijken

Slide 21 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Het vertellen van verhalen - Literatuur H11 

- Verhaaltheorie - narratologie: begrippen die nodig zijn om kritisch over verhalen te praten.
- grondelementen:
  1. tijd 
  2. vertelperspectief
  3. personages
  4. gebeurtenissen
  5. ruimte



timer
2:00

Slide 22 - Slide

Begrippen uit deze les
Drogredenen:
6. Het ontduiken van bewijslast
7. Cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek

Slide 23 - Slide