1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
7. Je zegt dat we de belastingen moeten verhogen voor de rijken, dus jij wilt dat alle rijke mensen al hun geld kwijt raken.
8. Deze wet is terecht, omdat het een wet is.
9. Ik heb gelijk, want ik weet dat ik gelijk heb.