herhaling hfdst 1

Bonjour la classe!
prenez
votre ordinateur
votre livre flex
votre stylo
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour la classe!
prenez
votre ordinateur
votre livre flex
votre stylo

Slide 1 - Slide

programme
- révision chapitre 1
- overhoren woorden en zinnen

Slide 2 - Slide

doel
aan het einde van de les moet je een passé composé kunnen maken bij de deur.
- Het bezittelijk voornaamwoord kunnen toepassen in oefenzinnen

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen de passé composé en de présent
A
de présent heeft altijd een hulpwerkwoord en is in de tegenwoordige tijd
B
De présent heeft 1 werkwoord en de passé composé 2 (avoir + vt deelwoord
C
de présent en passé composé zijn hetzelfde
D
de passé composé heeft altijd 1 werkwoord

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen de passé composé en de présent?

Slide 5 - Mind map

In welke tijd staat dit werkwoord?

Je donne
A
présent
B
passé composé

Slide 6 - Quiz

In welke tijd staat dit werkwoord?

Nous avons été
A
présent
B
passé composé

Slide 7 - Quiz

In welke tijd staat dit werkwoord?

Ils ont parlé
A
présent
B
passé composé

Slide 8 - Quiz

Sleep de juiste woorden naar de juiste plaats. Er staan ook foute vormen tussen
Ik heb
gepraat
parle
j'ai
je suis
parlé

Slide 9 - Drag question

Sleep de juiste woorden naar de juiste plaats. Er staan ook foute vormen tussen
Wij hebben
gehad
donné
Nous avons
nous sommes
eu

Slide 10 - Drag question

Vervoeg

Wij praten

Slide 11 - Open question

Vervoeg wij hebben gepraat

Slide 12 - Open question

Jij bent

Slide 13 - Open question

Jullie zijn geweest (let op uitzondering!)

Slide 14 - Open question

Welk werkwoord heb ik nodig als hulpwerkwoord in de passé composé
'Ik heb gewerkt' = J'ai travaillé
A
être
B
avoir

Slide 15 - Quiz

1 Tu (être) _______________ _______________ en vacances
avec tes parents? (passé composé)

Slide 16 - Open question

1. Non, mes parents (travailler) _______________ pendant les vacances. (présent)

Slide 17 - Open question

Mon frère (donner)(passé composé) un cadeau.

Slide 18 - Open question

Ils (chercher/ passé composé)ses clés

Slide 19 - Open question

Nous allons visiter (onze) _______________ famille en Italie.
A
notre
B
nos
C
votre
D
ta

Slide 20 - Quiz

Et voici (hun) tente

Slide 21 - Open question

(Mijn) _______________ cousins sont en Italie avec ma tante.
A
mon
B
ma
C
tes
D
mes

Slide 22 - Quiz

Et toi et ta famille? (jullie)_____hôtel est comment?

Slide 23 - Open question

Elle est en vacances avec (haar) _______________ copine.
A
son
B
votre
C
tes
D
sa

Slide 24 - Quiz

On va regarder (jouw) photos

Slide 25 - Open question

Je bent nu klaar met de startopdracht
Je hebt nu 3 opties voor de les van meneer de Jong
aan de slag met verbuga
uitleg video in magister kijken
extra opdracht in magister berichten maken

Slide 26 - Poll