1 Vocabulary: new words to describe groceries and things in the kitchen, describe flavours and words to use at the table
2 How to buy things and talk about food and flavours
3 To understand people when they are talking about food
4 How to use some, any and plurals (meervoud).
5 How to ask for things at the table describe and compare films and series.
6 How to use this that these those
7 To understand a text about healthy breakfast
Slide 3 - Slide
Today's goals
Reading via NUMO!
At the end of this lesson you understand a text about healthy breakfast at school.
At the end of this lesson you know what the main idea of a text means and how you can find it.
Slide 4 - Slide
This was your homework
LEARN: Vocabulary B. p.178
Stand up if you know.....
Slide 5 - Slide
Today : The Main idea
Preparing for reading:
What do you usually eat for breakfast? Is it healthy?
Read Vocabulary C p. 179
Read the exercises! Underline Key Words.
Read the text
Slide 6 - Slide
Today : The main idea
Strategy: The Main Idea (hoofdgedachte)
Wat is het belangrijkste wat de tekst vertelt over je onderwerp?
During reading:
Look for key words. Underline difficult words.
Read the strategy, do the exercises.
Slide 7 - Slide
Today : The main idea
After reading:
Look up the difficult words + do the Check-Exercise
Let's get to work...
Do exercise 21a,b,c,d ; 22; 23; 24a
Slide 8 - Slide
What have you learned?
What have you learned that you didn't know?
Slide 9 - Slide
Next class...
Discuss Reading Exercises
Review Voc A,B,C
Slide 10 - Slide
Homework
LEARN: Vocabulary B,C. p.178,179
REPEAT: Vocabulary A p.178
Slide 11 - Slide
Aanpak tekst
Oriënterend lezen (voorkennis activeren)
Vragen lezen
Leesstrategie bepalen
Tekst lezen + vraag beantwoorden
Slide 12 - Slide
Reading Strategies
How to read a text....
- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen
Slide 13 - Slide
Reading Strategies
How do you know which one to use?
Lees eerst de vraag,
Bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt.
Bepaal waar in de tekst je het kunt vinden.
Slide 14 - Slide
Today : Reading strategies
Exploring a text (Oriënterend lezen) -> idee van wat er in staat: titels + kopjes, foto, inleiding
Skimming a text (Globaal lezen) -> belangrijkste info: oriënterend + eerste en laatste zin per alinea
Scanning a text (Zoekend lezen) -> specifieke informatie: zoek de tekst die je nodig hebt:tussenkopjes, lijstjes grafieken, cijfers, namen, gekke woorden, symbolen
Intensive reading (Intensief lezen) -> alle informatie begrijpen: lees de hele tekst
Slide 15 - Slide
Oriënterend lezen
Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?
Oriënterend lezen bij elke nieuwe tekst!
Slide 16 - Slide
Globaal lezen / skimmen
Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
Maak je niet druk om moeilijke woorden.
Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
Kijk naar opvallende stukjes
Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin.
Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord.
Slide 17 - Slide
Zoekend lezen / scannen
Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.
Slide 18 - Slide
Intensief lezen
Intensief lezen: de hele tekst regel voor regel doorlezen
Slide 19 - Slide
Woordstrategieën
Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden (in context)
Bekijk of het woord op een ander woord lijkt bijvoorbeeld uit een andere taal.
Hak het woord in stukjes. Komt een deel van het woord je bekend voor?
Bepaal of het woord een werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijwoord, etc. is.
Slide 20 - Slide
Woordenboek tips
Zoek het basiswoord. (slow i.p.v. slowly, extend i.p.v. extended)
Let op: Er staan vaak meerdere betekenissen in het woordenboek. Kijk dan goed naar het onderwerp van de tekst en kies de vertaling die het beste in de context past.
Oefen met het woordenboek dat je op je toets gaat gebruiken. Zo zorg je ervoor dat het alfabet goed in je hoofd zit, zodat je de woorden snel kunt opzoeken.
Slide 21 - Slide
En nu zelf aan de slag!
Slide 22 - Slide
Reading: Awkward is the new cool.
More than just a funny video.
W: Awkward is the new cool: -> exercises 42 / 43a,b,c
More than just a funny video -> exercises 43d,e,f / 44 / 45