Observatiemethoden

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Methodiek 2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Observatiemethoden

Slide 7 - Slide

Wat betekend signaleren?

Slide 8 - Mind map

Signaleren 
Signalen zijn waarnemingen van iets dat ons opvalt

Iets is anders dan gebruikelijk

Als je bewust waarneemt, vang je regelmatig signalen op

Slide 9 - Slide

Wat betekend objectief?

Slide 10 - Mind map

Objectief, objectiviteit:


- Op feiten gebaseerd/ feitelijke informatie
- Iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel


Slide 11 - Slide

Wat betekend subjectief?

Slide 12 - Mind map

Subjectief, subjectiviteit

- Op eigen mening gebaseerd

- Iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 13 - Slide

Observeren
Is een doelgerichte en systematische waarnemingen van gedragingen en uitingen van één of meer personen of van een gebeurtenis met de bedoeling de waarnemingen te beschrijven en samen te vatten.
OBJECTIEF - FEITELIJKE INFORMATIE

Slide 14 - Slide

Functie van observeren
Om antwoord te krijgen op bepaalde vragen, je observeert:

- Als je signalen opvangt dat er iets mis is;
- Als je een vraag hebt hoe te handelen; 
- Als er problemen zijn; 
- Als je iemand beter wil leren kennen; 
- Als ie over iemand rapporteert; 





Slide 15 - Slide

Observatiemethoden

​Observeren doe je altijd volgens een methode. ​ 

4 hoofdgroepen:​ 
1. Participerend/gestructureerd​
2. Participerend/ongestructureerd 
3. Niet-participerend/gestructureerd​
4. Niet-participerend/ongestructureerd​

Slide 16 - Slide

Wat betekent dit?
Participerend: 
je neemt zelf deel aan de situatie
Niet-participerend: 
je bent toeschouwer (onopvallend aanwezig)
Gestructureerd: 
je weet precies wat je gaat observeren en volgens welk systeem (SELECTIEF)
Niet-gestructureerd: 
er ligt niet vast hoe je gaat observeren, je maakt van je aantekeningen later een verslag

Slide 17 - Slide

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 19 - Quiz

Stappenplan observeren (pag.. 140/ 152)
stap 1: aanleiding (denk aan functie observeren) 
stap 2: Observatiedoel en vraagstelling
stap 3: het concrete gedrag
stap 4: de observatiecategorieën 
stap 5: de observatiemethode
stap 6: plaats en tijd (hulpmiddelen)
stap 7: algemene gegevens
Stap 8: Registratie 

Slide 20 - Slide

Gegevens van de observatie vastleggen 


Hoe ga je de gegevens van de observatie vastleggen? ​


  • Beschrijvend ​(alles opschrijven wat je ziet per categorie)
  • Observatieschema​
  • Codeersysteem​  (codetaal)
  • Beoordelingsschaal


Slide 21 - Slide

Voorbeeld observatieschema

Slide 22 - Slide

Voorbeeld beoordelingsschaal

Slide 23 - Slide

Hulpmiddelen 
  • ​Pen en papier​
  • Camera​
  • Spel/speelgoed​
  • Klok/timerstopwatch
  • Onewayscreen – spiegel glas

Slide 24 - Slide

opdracht: Observeren.
- Maak een stappenplan (zie teams > format, gebruik pag. 152 boek methodiek)
- Neem volgende les mee (elkaar feedback geven) 
- Week daarna observeren in praktijk
- Inleveren in teams - inleverweek 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide