Oefenen taalverzorging h 42

Oefenen voor toets periode 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen voor toets periode 4

Slide 1 - Slide

Met of zonder koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 2 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
ex premier
B
ex-premier

Slide 3 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
dvd collectie
B
dvd-collectie

Slide 4 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
Centraal-Afrika
B
Centraal Afrika

Slide 5 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
is een leesteken dat wordt gebruikt als scheidingsteken tussen delen van een zin
B
is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen met elkaar verbindt.
C
is een leesteken dat wordt gebruikt om nadruk te geven aan een woord of zin
D
Geen één antwoord is juist

Slide 6 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
niet roker
B
niet-roker

Slide 7 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
A4 formaat
B
A4-formaat

Slide 8 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
auto onderdelen
B
auto-onderdelen

Slide 9 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
cameraopstelling
B
camera-opstelling

Slide 10 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 11 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
€-teken
B
€ teken

Slide 12 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 13 - Quiz

Cijfers en getallen
Wat is goed?
A
Tien jaar
B
10 jaar

Slide 14 - Quiz

Cijfers en getallen
Wat is goed?
A
2 van de 3
B
Twee van de drie
C
2 vd 3
D
Twee vd drie

Slide 15 - Quiz

GETALLEN
Voor dit spel heb je .......... kaarten nodig.
A
32
B
tweeëndertig

Slide 16 - Quiz

Nederlands

Slide 17 - Slide

Aan elkaar met koppelteken.
Aan elkaar zonder koppelteken.
theorie examen
milieu invloed
Zuid Holland
auto alarm
operatie assistent
interieur verzorger

Slide 18 - Drag question

met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
& teken
Zuid Afrikaans
kippen hok
mee eten
stage plaats
niet officieel

Slide 19 - Drag question

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 20 - Quiz

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 21 - Quiz

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 22 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
John van Leeuwen
C
john van Leeuwen
D
John Van leeuwen

Slide 23 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. Van Leeuwen
B
Stef Van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
dhr. van leeuwen

Slide 24 - Quiz