3gb159

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vorm van to be + hele werkwoord + ing
- I am speaking right now
- She is eating at the moment
- They are studying
Have/has + voltooid deelwoord 
- I have just watched a movie
- We have never flown before
- He has played fifa today
Present continuous
Present perfect

Slide 4 - Drag question

Present continuous

Iets wat je op dit moment aan het doen bent. Iets wat nog bezig is. 

To be + hele werkwoord + ing
(Eerste rijtje)
Present perfect

Iets wat in het nabije verleden is gebeurd of iets wat in het verleden is begonnen, maar niet uitmaakt wanneer. 
Have/has + voltooid deelwoord 
(Derde rijtje)

Slide 5 - Slide

Present perfect continuous

Slide 6 - Mind map

Present perfect and present perfect continuous


Het gaat allebei over iets wat is begonnen/gebeurd in het verleden, maar wat nog steeds relevant is voor het heden

Slide 7 - Slide

Schema
Present perfect: Have/has + voltooid deelwoord

Present perfect continuous: Have/has + been + hele werkwoord + ing

Slide 8 - Slide

Present perfect
Present perfect continuous
1. Activiteiten die in het verleden zijn begonnen en nog steeds voortduren
I have lived here since 2016
(a geen nadruk op tijdsduur)
I have been living in Liverpool for years now, but I have never seen a fox
(b nadruk op tijdsduur)
2. Als de nadruk ligt op het resultaat van iets wat in het verleden is gebeurd
Dad is happy because he has found a new job.
(a eenmalige gebeurtenissen)
Dad is tired because he has been working hard. 
(b dingen die langere tijd duren, vaker voorkomen of een gewoonte zijn)
3. Dingen die in het verleden zijn gebeurd, maar het is niet duidelijk of belangrijk wanneer precies
I have lost my keys.
-
4. Voor dingen die zojuist of kortgeleden zijn gebeurd
Our sound technician has just left.
-

Slide 9 - Slide


Do exercise 5 and 6

Unit 1.2

Take 10 minutes
First 5 minutes in silence 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

My sister ..... (to study) for three hours.
A
has been studying
B
has studied

Slide 12 - Quiz

Somebody ... (to eat) my cookies. There are none left.
A
has been eating
B
has eaten

Slide 13 - Quiz

Somebody ... (to eat) my cookies. There are only a few left.
A
has been eating
B
has eaten

Slide 14 - Quiz

She ... (to visit) Amsterdam.
A
has visited
B
has been visiting

Slide 15 - Quiz

She ... (to visit) Amsterdam, to see her grandmother.
A
has visited
B
has been visiting

Slide 16 - Quiz

I ... (to read) this book, but I am not finished yet.
A
have been reading
B
have read

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide