Afsluiting 2.3

2.3 - Afsluiting - De erfenis van de Verlichting 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 - Afsluiting - De erfenis van de Verlichting 

Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Wat hoort niet bij de standpunten van de confessionelen:
A
Scheiding kerk en staat
B
Strijden tegen 'verwildering in steden' door industrialisatie
C
Oprichting eigen vakbonden
D
Naastenliefde moest uitbuiting en misstanden tegen gaan

Slide 3 - Quiz

Bron 4 (blz 299)
De fragmenten zijn uitspraken van Nederlandse vertegenwoordigers van negentiende-eeuwse  politiek-maatschappelijke stromingen:

Slide 4 - Slide

De uitspraken hebben te maken met een vraagstuk dat in de negentiende eeuw actueel was.
Noem dat vraagstuk.

Slide 5 - Open question

Bron 4 (blz 299)
Geef bij elke uitspraak aan tot welke politiek-maatschappelijke stroming de politicus hoort.

Slide 6 - Slide

Geef aan welke politiek-maatschappelijke stromingen bij uitspraak 1, 2 en 3 horen:

Slide 7 - Open question

2.3 HC Verlichting
Maak vragen 9 t/m 12

Slide 8 - Slide

Tijd van de Pruiken en revoluties (1700-1800)
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op –eigentijdse verlichte wijze vorm te geven 
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over – grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de – daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 

Slide 9 - Slide

Welke uitleg hoort bij welk begrip?
natuurlijke rechten
rationeel optimisme
ancien régime
sociaal contract
verlicht absolutisme
Rechten die een mens vanaf zijn geboorte bezit en losstaan van de wetten die de overheid heeft ingesteld. Ze gelden voor iedereen en overal.
Een regeerwijze waarbij de vorst op absolute wijze regeert en streeft naar het bevorderen van het welzijn van het volk.
De bestuurlijke en sociale verhoudingen in de tijd van voor de Franse Revolutie, die werden gekenmerkt door een standensamenleving en absolutisme.
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen.
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van de ratio.

Slide 10 - Drag question

7.1 De eeuw van de Verlichting - de leerdoelen

1 Je kunt het ontstaan van de Verlichting verklaren.
2 Je kunt verlichte ideeën van Locke, Rousseau, Montesquieu en Voltaire benoemen.
3 Je kunt verklaren waarom verlichte denkers belang hechtten aan onderwijs en de verspreiding van kennis.
4 Je kunt uitleggen waarom edelen en geestelijken niet blij waren met de Encyclopédie
5 Je kunt met voorbeelden uitleggen wat verlicht absolutisme inhoudt.



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide