3.3 Geloven en weten

3. De Grieken


3.3 Geloven en weten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3. De Grieken


3.3 Geloven en weten

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat mythologie is en wat filosofen zijn.


De begrippen: barbaren, beschaving, mythen, sagen en legenden. Orakel en filosofie.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verhalen in het Grieks
  • De Grieken zagen zichzelf als een hoog ontwikkelde beschaving. Andere culturen noemden ze barbaren

  • Iedere beschaving heeft zo zijn eigen mythen, sagen, legenden en soms ook epossen 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Waarom is het werk van Homerus belangrijk voor historici?

Slide 7 - Open question

Orakel van Delphi
  • Veel Grieken vroegen raad bij een orakel

  • Een orakel stond in contact met de goden en kon vaak de toekomst voorspellen

  • Croesus vroeg raad aan het orakel van Delphi, dat voorspelde er een groot rijk zou vallen wanneer hij ten oorlog trok naar Perzië. Echter viel niet het Perzische, maar zijn eigen rijk

Slide 8 - Slide

Liefhebber van de wijsheid
  • In de 6e eeuw voor Chr. kwamen er steeds meer Grieken die niet in de mythen geloofden

  • Ze wilden door logisch na te denken tot verklaring komen i.p.v. in mythes te geloven

  • Deze wetenschappers werden filosofen genoemd

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Onderzoekers
  • Wanneer iemand ziek werd, moest deze niet de goden om genezing vragen, maar zijn lichaam onderzoeken naar een biologische oorzaak. Dat vond Hippocrates

  • Pythagoras was een bekende Griekse wetenschapper die wiskunde en natuurkunde bestudeerde. Naar hem is de stelling van Pythagoras vernoemd

Slide 11 - Slide

Hoe noemen de Grieken volken met een minder ontwikkelde cultuur dan hun eigen?
A
Mafkezen
B
Heidenen
C
Barbaren
D
Ketters

Slide 12 - Quiz

Waarom moest Socrates een gifbeker leegdrinken?
A
Hij zag er dorstig uit
B
Hij had de koning beledigd
C
Hij stelde vervelende vragen
D
Hij geloofde niet in de goden

Slide 13 - Quiz

Maken
Maken: §3.3
op het leerlingportaal

Slide 14 - Slide

Waarom noemen de Grieken veel andere culturen barbaren?

Slide 15 - Open question

Wat is een orakel en waarom vonden de Grieken dat belangrijk?

Slide 16 - Open question