Start betoog

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Uitleg komende periode
3. Oefenen + brainstormen
4. Afsluiting




Wat leer/doe je deze les?
1. Je weet hoe de komende periode eruitziet en je weet wat er van je verwacht wordt.
2. Je weet wat een betoog is.
3. Je kent de 7 criteria waaraan een stelling moet voldoen.
timer
1:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Uitleg komende periode
3. Oefenen + brainstormen
4. Afsluiting




Wat leer/doe je deze les?
1. Je weet hoe de komende periode eruitziet en je weet wat er van je verwacht wordt.
2. Je weet wat een betoog is.
3. Je kent de 7 criteria waaraan een stelling moet voldoen.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Betoog 
Eindproduct: Deze periode maak je een schriftelijk betoog en dit presenteer je uiteindelijk voor de klas. 

Voor het schriftelijk betoog en de presentatie
krijg je één cijfer dat 2x meetelt. 


Slide 2 - Slide

Eens of oneens?
1. Het is beter als er in januari geen alcohol wordt verkocht.
2. Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.
3. Jongens moeten de eerste stap zetten als ze een date willen met een meisje.
4. Als een leerling gepest wordt moeten direct de ouders op school komen voor een gesprek.
5. Mensen met een slechte gezondheid moeten korting krijgen om te kunnen sporten.

Slide 3 - Slide

Kiezen
1. Je kiest één van de voorgaande stellingen die je iets verder uitwerkt.
2. Je schrijft twee alinea's met dus twee argumenten voor de stelling.

Argumenten uitwerken volgens AUB
Een argument goed uitleggen doe je door het nemen van drie stappen:
1. Eerst zeg je wat het argument (A) is
2. Dan leg je het argument uit (U)
3. Tot slot geef je een voorbeeld: "Dit zien we bijvoorbeeld (B) bij..."

Slide 4 - Slide

Betoog stappenplan
1. Voorbereiding: onderwerp kiezen + standpunt innemen
2. Argumenten bedenken (2/3 voor, 1 tegen + weerlegging) + onderzoek doen (bronnen)+ bouwplan maken.
3. Schrijven van je betoog: inleiding, middenstuk, slot
4. Pakkende titel toevoegen

Hierna pas voorbereiden op de presentatie.


Slide 5 - Slide

Waaraan moet een stelling aan voldoen?
Kies: werk alleen of in tweetal

1. Ga naar deze site en klik op: 'download criteria'.
2. Zoek op aan welke 7 criteria een goede stelling moet voldoen. 
3. Noteer alle 7 criteria in je schrift.


Slide 6 - Slide

Test stellingen: goed of fout?
Test stellingen: goed of fout?




Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Maak de brainstormopdracht.

Klaar? Top! 
Werk je betoog verder uit.



Slide 8 - Slide

Mogelijke stellingen
1. Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden. 
2. Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden.
3. Bijles moet worden afgeschaft.
4. Duurzaamheid en klimaat moet een verplicht vak op school worden.
5. Filmpjes op social media waarin gerookt of gevapet wordt, moeten direct offline gehaald worden.
6. Alleen mensen met een IQ hoger dan 70 mogen stemmen.
7. Alleen landen die vrouwenrechten respecteren hebben recht op ontwikkelingshulp.
8. Energiedrankjes moeten verboden worden.
9. De overheid moet een limiet stellen aan de schermtijd van jongeren.
10. Een uur per dag bewegen moet op iedere school verplicht in het lesprogramma zitten.

Tip voor stellingen: www.schooldebatteren.nl

Slide 9 - Slide

Aan de slag
1. Werk nakijken: huiswerk vorige week + opdr. 2 strafschoppen 

2. Maken: opdracht 1 blz. 168/169


Huiswerk: dinsdag 21 maart oefentoets hoofdstuk 5 maken uit je boekje!




timer
1:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Weerlegging van een argument
Mogelijke argumenten tegen je standpunt benoemen en laten zien dat ze niet kloppen (weerlegging). 

Je ontkracht een argument of tegenargument. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Programma komende periode
Formuleren: hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6, --> toets 
Schrijven: schrijfdossier maken, 4 opdrachten maken en inleveren via Teams--> o/v/g

Je kan:
1. Zinnen correct begrenzen en verbindingswoorden gebruiken.
2. Informatie over het woordgeslacht gebruiken om de verwijswoorden deze, die, dit, dat correct gebruiken.
3. Signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen zinnen aan te geven.
4. Verwijswoorden correct gebruiken.
6. Regels voor de verwijswoorden hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie correct gebruiken.

Slide 15 - Slide

Aan de slag/huiswerk
In plenda noteren DONDERDAG 2 februari
                                       Opdr. 1, 2, 4 blz. 123

Geschatte tijd: 15 minuten.


Klaar? Top! Zelf nakijken en daarna bezig met je dossier of lezen.

Slide 16 - Slide

Schrijfdossier
Je werkt aan je opdrachten in het schrijfdossier.

Aan het eind van deze les:
Opdracht 1, 2, 3 zijn af!

Let op: Volgende week 8 februari lever je je dossier in.


timer
25:00

Slide 17 - Slide

Opdracht 1 en 2 van blz. 92/93

Klaar? Top!! Zelf (kritisch) nakijken op blz.

Alweer klaar? Lekker bezig! Kies:
- Lezen in je leesboek
- Werken aan je schrijfdossier (opdracht 1, 2 moeten af zijn volgende week!)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Verwijzen naar de- en het- woorden
Bekijk dit filmpje over hoe je verwijst naar de- en het- woorden.

Slide 20 - Slide

Formuleren hoofdstuk 1 (blz. 32/33)
Bekijk dit filmpje over zinnen correct begrenzen.

Theorie H.2 
?
Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Slide 21 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 1 van blz. 62 in je schrift. 
Voorbeelden:
1. Het bataljon  -> Onzijdig
2. De dienst -> Mannelijk

Slide 22 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 2 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De aanvoerder, die de zilveren bokaal omhooghield, kwam het podium op.

Uitleg: aanvoerder is een de-woord, dus verwijzen met die of deze.

Slide 23 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 3 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De gemeente legt hier een nieuw fietspad aan, dat de veiligheid moet vergroten.

Uitleg: fietspad is een het-woord, dus verwijzen met dit of dat.

Slide 24 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 4 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. Het meisje dat daar loopt vind ik echt heel leuk. 
(dat verwijst naar meisje en meisje is een het-woord.)

2. Doe dit alleen bij je eigen zinnen. 

Slide 25 - Slide

Controleren
Kun jij nu:

- zinnen correct begrenzen met de juiste leestekens?
- zinnen correct begrenzen met behulp van verbindingswoorden?
- de verwijswoorden deze, die, dit en dat correct gebruiken?

Kijk je werk na. De antwoorden vind je in Teams onder bestanden->formuleren-> antwoorden. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide