1.2 plurals and demonstrative

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

It belongs to you, but other people use it more than you do. What is it?

Slide 3 - Open question

Table of contents 
Plurals 
Demonstrative pronouns and adjectives 
Practice listening 

Slide 4 - Slide

Goals
You understand plurals 
You understand demonstrative pronouns 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Plurals 
Een woord krijgt meestal een –s in het meervoud. 
One photo ------> Two photos
Deze –s komt vast aan het woord! (dus NOOIT ‘s).

Slide 7 - Slide

Plurals 
Een woord dat eindigt met een sisklank, krijgt in het meervoud –es.
Bus -----> Buses

Een woord dat eindigt op (consonant) medeklinker+ y , krijgt –ies in het meervoud.
Hobby ------> Hobbies
Lady ---- > Ladies

Slide 8 - Slide

Plurals 
Let op! Als er voor de –y een a, e, o of u staat, krijgt het woord gewoon een –s!

Toy -----> Toys 

Slide 9 - Slide

Plurals 
Een woord dat eindigt op een f(e) krijgt in het meervoud meestal –ves.
One loaf ----> two loaves
One thief ----> two thieves 

Uitzonderingen: cliffs, beliefs, roofs, proofs

Slide 10 - Slide

Plurals 
Een woord dat eindigt op een o krijgt in het meervoud altijd –oes.
 
One potato -----> two potatoes


Uitzonderingen: photos, pianos, casinos.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Crossword puzzle
Work on crossword 1
you can work alone or together quietly!



Finished? Do crossword 2



timer
10:00

Slide 13 - Slide

timer
10:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

To-do
Do assignment 1, 2, 3, 4 and 5

You can work on your own if you have headphones.
No headphones? I will play the videos and audios. 

Finished with everything? Do 6, 7 and 8 + woordtrainer 

Slide 17 - Slide

Rounding off
What are the rules of plurals?
How do we use this, that, these, those?

Slide 18 - Slide