Bio-3M-1.2 Plantenrijk

 Herhaling 1.1
Organismen indelen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Herhaling 1.1
Organismen indelen

Slide 1 - Slide

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 2 - Quiz

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 4 - Quiz

Betekent ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Een gewevelde heeft een slijmerige huid, ademt met longen en wordt geboren uit een eitje zonder schaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 6 - Quiz

Een gewevelde wordt geboren uit een ei met kalkschaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 7 - Quiz

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 8 - Quiz

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een organisme
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 9 - Quiz

2.1 Planten

Slide 10 - Slide

Leerdoelen

De onderdelen van een plant met hun functie kunnen benoemen.

Een cel van een plant kunnen tekenen en de onderdelen kunnen benoemen met hun functie.

Het verschil kunnen aangeven tussen kruidachtig en houtachtige planten.

De grootste en kleinste plant?

Slide 11 - Slide

1.2 Begrippenlijst
-cel-orgaan-weefsel

-celwand-celmembraan-cytoplasma-celkern-
   DNA/chromosomen-bladgroenkorrels-vacuole

-kruidachtige plant-houtachtige plant-houtstof

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Onderdelen van de plant
  • Wortels: het opnemen van water met mineralen. Het stevig vast zetten van de plant in de grond.
  • Stengel: het vervoeren van water en opgeloste stoffen in de plant. Dragen bladeren en bloemen. Voor stevigheid.
  • Bladeren: in de bladgroenkorrels maakt de plant voedingsstoffen d.m.v. fotosynthese.
  • Bloemen: voor de voortplanting, hier ontstaan de zaden.

Slide 14 - Slide

Plantaardige cel



Uniek door bladgroenkorrels

Slide 15 - Slide

Cytoplasma
 Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen. 

Iedere cel heeft cytoplasma



Slide 16 - Slide

Celkern.
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
In de celkern ligt DNA/ chromosomen. 
(bacterie heeft geen celkern maar losse chromosomen)

Slide 17 - Slide

Vacuole
Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Slide 18 - Slide

Celwand
Zorg voor stevigheid van  de cel. 
De celwand vormt een stevige "kist"om de cel en bestaat uit cellulose/vezels
Dierlijke cel heeft geen celwand

Slide 19 - Slide

Celmembraan
Dit is de "douane" van de cel. 

Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Slide 20 - Slide

Indeling in 4 rijken doe je door de cellen
 
1. Bacterie cel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 21 - Slide

Planten
Cel 3 is een plantaardige cel

Hij heeft als enige bladgroenkorrels.


Slide 22 - Slide

Indeling
             Celkern    Celwand      Bladgroen  Vaculoe
Planten        ja         ja              ja              ja


Slide 23 - Slide

onderdelen plantencel
  • celwand: stevige laag om de cel heen van cellulose
  • celmembraan: een vlies die stoffen de cel in en uit laat gaan.
  • celkern: hierin zit het DNA en die regelt alles wat er in de cel gebeurt.
  • bladgroenkorrels: hier vindt fotosynthese plaats.
  • vacuole: is een blaasje gevuld met vocht en maakt de cel stevig.

Slide 24 - Slide

Rechtop staan
Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Slide 25 - Slide

Houtvaten
Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes (houtstof).

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Slide 26 - Slide

Kleinste en grootste plant

De kleinste plant is boomalg, een ééncellige plant
De grootste boom is een Sequoia, deze kan 80 meter hoog worden ( +/- 8 huizen op elkaar)

Slide 27 - Slide

(Huis)werk
Maken 1.2: vraag 1, 2, 3,4, 5, 6, 9, 10, 11, 12a en b, 12c, 13, 14, 17 
en blz. 54 Samenvatten vragen 5 t/m 7  
 
Lezen: 1.3 
Leren: 1.2

Slide 28 - Slide