Wat moet je doen bij de vragen:
Vraag 1: Sleep de juiste uitgangen naar de juiste Persoonlijke voornaamwoorden
Vraag 2 t/m 6: Kies uit de juiste werkwoord met de juiste vervoeging
Vraag 7 en 8: Sleep de werkwoordvormen (avoir et être) naar de Persoonlijke voornaamwoorden
Vraag 9 en 10 : Vertaal de zin
Vraag 11 en12: Geef aan of de zin in l'imparfait geschreven is.