H2D P3 Les 1 - BZL (09-02-2021)

¡Bienvenidos!
Hoy es martes
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Hoy es martes

Slide 1 - Slide

Afspraken online lessen

Slide 2 - Slide

¿Preguntas?

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

El programa de hoy
  • 5 min    - Empieza de la clase 

  • 5 min    - Objetivos de unidad 5

  • 15 min   - Intro 
  • 10 min   - Ir de compras


  • 10 min   - Repetimos los verbos + ser, estar


















  • Los deberes


Slide 5 - Slide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je leert praten, luisteren, lezen en schrijven over winkelen, kleding, mode, cadeaus, verjaardagen
- je leert vertellen/vragen wanneer iets is, voor wie iets is en waar iets is
- je leert het verschil in gebruik van 'hay', 'ser' en 'estar' 
- je leert de getallen t/m een miljoen
- je leert de aanwijzend voornaamwoorden
- je leert de dagen, maanden en jaren
- je leert/ herhaalt de vraagwoorden
- je leert/ herhaalt de uitspraak van de v, j, g
- je herhaalt de regelmatige ww en de onregelmatige ww
- je herhaalt de kleuren en andere bijvoeglijk naamwoorden 





Slide 6 - Slide

Cijfers periode 3:
Vocabulario : 
  • 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5
  • Frases clave, vocabulario boekje 

Gramática 
  • samengestelde woorden nr. 14
  • vraagwoorden nr. 18
  • bijv nmw + kleuren nr. 10ab + 12
  • aanw voornaamwoord nr. 9
  • grote getallen actief t/m 100, passief alles (TB p.97)
  • hay ser estar nr. 29 + 30
  • werkwoorden ser tener llamarse + regelm ww presente nr. 25, 26, 28, 35 



Praktische opdracht: 
Taaldorp

Slide 7 - Slide

15 min - Intro + fiestas + días + meses
TB p.66-67 
Relacionar los textos con las fotos 

WB p.57 ejercicio 9
Fechas importantes, cumpleaños de la familia, Navidad etc. 

¿Listo? VOC unidad 5: 
  •  p. 10 ej 12 
  •  p. 11 ej 13c y 14ab
timer
15:00

Slide 8 - Slide

10 min - Ir de compras
  1. schrijf zoveel mogelijk woorden en zinnen op die je nodig hebt als je gaat shoppen (in het Nederlands)
  2. pak een andere kleur pen/potlood en vertaal de woorden die je al weet.
  3.  -> Bewaren voor het einde van dit hoofdstuk. Tegen die tijd kun je het verder vertalen...

Slide 9 - Slide

10 min - Repetimos los verbos 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Spaanse werkwoorden met klinkerverandering 
e - ie               empezar - empiezo
e- i                   pedir - pido
o- ue              dormir - duermo
u - ue              jugar - juego

Slide 12 - Slide

El verbo pedir
werkwoorden met een klinkerwisseling
1. Haal AR/ER/IR van het werkwoord af (je hebt nu de stam).
2. Plak de juiste uitgang van de regelmatige werkwoorden achter de stam. 
3. Werkwoord met klinkerwisseling de e verandert in i
bestellen
yo pido una pizza.
(ik bestel een pizza)

Slide 13 - Slide

Verbos reflexivos
wederkerende werkwoorden

Slide 14 - Slide

vestirse
A
B

Slide 15 - Quiz

ducharse
A
B
C

Slide 16 - Quiz

acostarse
A
B

Slide 17 - Quiz

VERBOS REFLEXIVOS
Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se

Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir
bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen

Slide 18 - Slide

lavarse = zich wassen
yo
él/ella/ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/uds.
me
te
se
nos
os
se
lavo
lavas
lava
lavamos
laváis
lavan

Slide 19 - Slide

Importante
Hoe zie je of een werkwoord wederkerend is 
in het Spaans?

Welke stappen moet je zetten om zo'n werkwoord te vervoegen?
Het hele werkwoord eindigt dan op -se
1. se eraf halen
2. -ar/-er/-ir eraf halen
3. de juiste uitgang erachter plaatsen
4. het wederkerend vnw. ervoor zetten. 

Slide 20 - Slide

Importante
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse, acostarse (naar bed gaan), vestirse (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 21 - Slide

Verbos irregulares 

Slide 22 - Slide

Oef klinkerwisseling + wed. ww.
1. pedir (i)- vragen om :                      Vosotros ............ monedas al rico.
2. levantarse - opstaan:                      Nosotros ....   ............... pronto.
3. acostarse (ue)-naar bed gaan:    Yo ....  ................ a las diez. 

Slide 23 - Slide

Los deberes

Leren: 
Vocabulario 5.1 + 5.2 + ser, estar

Maken/afmaken: 
WB p.57 ejercicio 9
voc p. 10, 11 (oef 12,13c, 14ab) 


    Slide 24 - Slide