Rekenen met tijd en temperatuur, Rekenen, C2B, L15

Hoofdstuk 15 Rekenen met tijd en temperatuur
bij
bij
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 15 Rekenen met tijd en temperatuur
bij
bij

Slide 1 - Slide

Een hele dag verdelen we in 24 uur.
Je noemt die 24 uur ook wel een etmaal.
We hebben afgesproken dat de dag om middernacht begint,
dat is precies om 12 uur 's nachts.

Slide 2 - Slide


Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
15:30
B
12:35
C
3:30
D
0:35

Slide 3 - Quiz


Hoe schrijf je kwart voor vier
's middags?

A
15:15
B
15:45
C
16:45
D
3:45

Slide 4 - Quiz

09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.

Slide 5 - Drag question

Instructie
Een dag heeft   ....... uur.
Een week heeft ....... dagen.
Een maand heeft .... of ..... dagen
De maand februari ook?

Slide 6 - Slide

Instructie
Een jaar heeft ...... maanden
Een jaar heeft ongeveer ..... weken
Een jaar heeft meestal ...... dagen 

Een eeuw is ....... jaar

Slide 7 - Slide


A
01:30 uur
B
16:30 uur
C
04:30 uur
D
15:30 uur

Slide 8 - Quiz


A
3 uur en 45 minuten
B
4 uur en 15 minuten
C
3 uur en 15 minuten
D
4 uur en 30 minuten

Slide 9 - Quiz

Sylvia kijkt op de klok als haar trein aankomt. De trein had om 11:06 u moeten aankomen.

Hoeveel minuten is de trein te laat?

Slide 10 - Open question

Met tijd rekenen
Je kunt bij opdrachten verschillende eenheden van tijd krijgen. Je moet hier goed opletten als je met tijd moet gaan rekenen. 
Een fystiotherapeut behandelt elke patiënt 20 minuten. Hoeveel patiënten kan de fysiotherapeut in 2 uur behandelen? 
Stap 1: Reken om naar dezelfde eenheid.
2 uur x 60 = 120 minuten
Stap 2: Reken uit.
120 minuten : 20 minuten = 6 patiënten

Slide 11 - Slide

Tijdsduur bij een tijd optellen
Je staat 's middags te wachten op de metro naar centraal station. 
Hoe laat vertrekt de metro naar het Centraal station? 
Het is 10 voor half 2 's middags, dus het is 13:20 uur.
De metro naar het Centraal Station vertrekt over 5 minuten.  

Dan is het 13:20 + 00:05 = 13:25 uur. 

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig blz. 115 t/m 123


timer
15:00

Slide 13 - Slide

Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 


Leerdoelen: 
- kun je de verschillende eenheden van tijd naar elkaar omrekenen. 
- kun je minuten en seconden naar elkaar omrekenen
- kun je grotere eenheden van tijd naar elkaar omrekenen
- kun je weken en dagen naar elkaar omrekenen
- kun je dagen en uren naar elkaar omrekenen

Slide 14 - Slide

Hoe lang duurt het programma Checkpoint?

Slide 15 - Open question

De voetbalwedstrijd duurt in totaal 1 uur en 3 kwartier. Bereken hoe laat deze uitzending af is gelopen.

Slide 16 - Open question

Huiswerk
Volgende les is SO hoofdstuk 15

Slide 17 - Slide

Nabespreken doelen H15
bij
bij

Slide 18 - Slide

Doelen H15
Tijd en Temperatuur
15.1 Tijd
Ik kan de eenheden van tijd benoemen
Ik kan aangeven hoe laat het op een analoge klok is
Ik kan aangeven hoe laat het op een digitale klok is
Ik kan de eenheden van tijd benoemen
Ik kan  afspraken uit een agenda aflezen
15.2 Tijd omrekenen
Kun je verschillende eenheden van tijd naar elkaar omrekenen.
Kun je minuten en seconden naar elkaar omrekenen
Kun je grotere eenheden van tijd naar elkaar omrekenen
Kun je weken en dagen naar elkaar omrekenen
Kun je dagen en uren naar elkaar omrekenen


Slide 19 - Slide

Doelen H15
Tijd en Temperatuur
15.3 Temperatuur
Ik weet wat de eenheid van temperatuur is
Ik weet hoe je temperaturen onder 0 aangeeft
Ik weet het verschil tussen analoge en digitale thermometer 
15.4 Rekenen met temperatuur
Ik kan tijden in dezelfde eenheid bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.
Ik kan de temperaturen in graden Celsius bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken

Slide 20 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:

Toetsen:

Slide 21 - Slide

Vooruitblik
Welke les en doelen komen eraan?
Hoofdstuk 15 Tijd en Temperatuur

Slide 22 - Slide

Bedenk ieder 1 vraag over deze les.

Slide 23 - Open question