Talent H4.3 lezen

Mededelingen
  • Quit formulieren!
  • Morgen inhaalmoment! Bij de mentor of het vijfde uur
       SO  H3.5:  Woorden - Gina
       PW H3:  Helen, Pieter, Ian en Lucas.
       Lezen, Woorden, Grammatica en spelling (+dicteewoorden)
Je hebt nodig:
  • Laptop met save exam browser
  • Oortjes (voor het dictee)
  • Oplader



1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mededelingen
  • Quit formulieren!
  • Morgen inhaalmoment! Bij de mentor of het vijfde uur
       SO  H3.5:  Woorden - Gina
       PW H3:  Helen, Pieter, Ian en Lucas.
       Lezen, Woorden, Grammatica en spelling (+dicteewoorden)
Je hebt nodig:
  • Laptop met save exam browser
  • Oortjes (voor het dictee)
  • Oplader



Slide 1 - Slide

Talent H4.3 lezen
In deze paragraaf herhaal je:
• de tekstdoelen herkennen;
• de kernzin van een alinea aanwijzen.
In deze paragraaf leer je:
• tekstsoorten herkennen;
• over beeld en opmaak in een tekst;
• wat het leespubliek van een tekst is.

Slide 2 - Slide

Tekstsoorten
tekstsoort
tekstdoel
voorbeeld
informatieve tekst
informeren
krantenbericht over een sportwedstrijd
tekst met een mening (betoog)
overtuigen
recensie van een film of game
activerende tekst
activeren
reclametekst voor een sponsoractie
amuserende tekst
amuseren
moppenpagina in de Donald Duck

Slide 3 - Slide

Noem de vier tekstdoelen (i, a, a, o)

Slide 4 - Open question

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 5 - Quiz

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 6 - Quiz

Tekstsoort

Slide 7 - Slide

Wat voor een tekstsoort is dit?

Slide 8 - Slide

Tekstsoort?
A
betoog
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 9 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
instructietekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 10 - Quiz


Tekstsoort?
A
Activerende tekst
B
Amuserende tekst
C
Informerende tekst

Slide 11 - Quiz

Beeld en opmaak (lay-out)

Beeld:

  • afbeelding

Opmaak

  • Verdeling van de tekst over de bladzijde
  • soort letters
  • kleur gebruik
  • plaatjes bij de tekst






Verder heb je nodig:


Leesboek

Laptop (oplader)

etuiOpmaak:

  • verdeling tekst
  • lettertype
  • lettergrootte
  • kleurgebruik






Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Beeld en opmaak zijn vooral belangrijk bij...
A
informerende teksten
B
amuserende teksten
C
overtuigende teksten
D
activerende teksten

Slide 15 - Quiz

Wat hoort er niet bij beeld en opmaak?
A
illustraties
B
lettertype
C
deeltitels
D
signaalwoorden

Slide 16 - Quiz

Beeld en opmaak samen heet ook wel:
A
de opbeeld
B
het layout
C
de beeldmaak
D
de lay-out

Slide 17 - Quiz

Leespubliek
Leespubliek = degene die de tekst gaat lezen
(Denk aan verschil jeugdkrant en krant voor volwassenen)

Bepalen van je leespubliek:
- Kijk naar de bron.
- Wat is het onderwerp.
- Let op het taalgebruik.

Slide 18 - Slide

Maken 
Les 1: Opdracht 3, 5 en 8. 

Les 2:  (8) 12 t/m 16 daarna test jezelf lezen 4.3

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aan de slag!

  1. Vergelijk je tijdschriften
  2. Wat is de doelgroep
  3. Wat is het tekstdoel. Kies uit: (amuseren, informeren, activeren en overtuigen)
  4. Waar gaat je blik het eerst naar toe. Is dat voor iedereen helzelfde?
  5. Wat zijn de verschillen in opmaak? Noem er drie.

Slide 21 - Slide