HAVO 2_H3.2 Nieuwsbeelden

3.2 Nieuwsbeelden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3.2 Nieuwsbeelden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Wat leer je in paragraaf 3.2? Je leert:

1. gevonden informatie beoordelen op bruikbaarheid, betrouwbaarheid en herkenbaarheid;
2. de hoofdpunten begrijpen van gesproken en geschreven nieuwsberichten;
3. het waarheidsgehalte van een nieuwsbericht bepalen en toelichten;
4. relaties leggen tussen tekst en beeld en tussen verschillende teksten;
5. aantekeningen van een fragment maken en die overzichtelijk weergeven;
6. een nieuwsbericht schrijven. 













Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les:

1. Welke media zijn er om nieuws te volgen?

2. Zijn alle media even betrouwbaar?

3. Wat hebben nieuws en beeldvorming met
elkaar te maken?












Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nieuwsbeelden

Slide 4 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?

Welke nieuwsbron gebruik jij?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Theorie

Slide 6 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De 5W+1H-vragen

Een nieuwsbericht moet antwoord geven op deze vragen:

Wat is het nieuws?
Wie speelt een rol in dit nieuws?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Waarom is het gebeurd?
Hoe is het gebeurd?








Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1) Samen lezen Nooit smolten Zwitserse gletsjers zo snel als in 2022


Slide 9 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
1) Maak opdracht 5 + 6, blz. 64 t/m 67 in je boek
2) Klaar? Lezen in je leesboek

Slide 10 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
1) Bespreken opdracht 5 en 6

Slide 11 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
Theorie

Slide 12 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
Tekst en beeld

Bij of in teksten zie je vaak verschillende soorten beelden, zoals foto's, tekeningen, illustraties, schema's, animaties, pictogrammen en infographics. 

Beelden kunnen verschillende functies hebben. Ze kunnen een gesproken of geschreven tekst verduidelijken, aanvullen of levendiger maken.






Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tekst en beeld

Denk aan deze tips als je beeld toevoegt aan je tekst:
- Gebruik alleen beelden bij de belangrijkste onderwerpen.
- Gebruik een beeld om iets ingewikkelds uit te leggen.
- Kies goede beelden met mooie kleuren. Nietszeggende of onduidelijke  afbeeldingen versterken je tekst niet.
- Gebruik niet te veel beelden. Eén 'sterke' afbeelding heeft meer effect dan tien matige afbeeldingen.





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzaken, bijzaken
De belangrijkste zaken in een tekst noem je de hoofdzaken. Minder belangrijke zaken zoals uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken.





Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aantekeningen maken
Als je informatie wilt onthouden, is het belangrijk dat je goede aantekeningen maakt. Aantekeningen helpen je om te onthouden wat je leest, ziet of hoort. Bijvoorbeeld als je informatie krijgt van je docent tijdens de les, maar ook als je een werkstuk maakt.














Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aantekeningen maken
- Lees de tekst goed / luister goed naar alles wat wordt gezegd.

- Onderscheid hoofdzaken en bijzaken. Schrijf alleen de hoofdzaken op.

- Sla regels over, zodat er ruimte overblijft voor aanvullingen.

- Schrijf schematisch. Gebruik iconen, pijlen, kleuren en andere tekens om het verband tussen woorden en zinnen aan te geven.













Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aantekeningen maken
- Gebruik eventueel tussenkopjes.

- Lees je aantekeningen door en vul ze zo nodig aan. Is alles duidelijk?

Wacht niet te lang met het uitwerken van je aantekeningen, want je kunt al snel iets belangrijks vergeten.













Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 9 blz. 70 t/m 71
1) Bekijk het fragment - maak aantekeningen
2) Maak daarna opdracht 9a t/m c 
3) Maak opdracht 8 blz. 68 t/m 70

Slide 19 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
1) Bespreken opdracht 8
HIER VERDER

Slide 20 - Slide

Welke nieuwsbron gebruik jij?
Zelf aan de slag

  • Maak van paragraaf 3.2: opdracht 5 t/m 8 (blz. 60 t/m 64)

  • Leer de theorieblokken van deze paragraaf

  • Klaar? Oefenen met woordbetekenissen:
  • Op Niveau online
  • 3 Nieuws
  • 3.1 Start - Opdrachten - Woordbetekenissen









Slide 21 - Slide

This item has no instructions