This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Gevolgen van migratie
Slide 1 - Slide
Cultuur =
Cultuur =
A
De regels van een land
B
De regels van een volk
C
De gewoontes van een groep mensen
D
Geloof, gedragsregels, kledingmanieren
Slide 2 - Quiz
Wat is integratie?
A
Goed meedoen in de maatschappij
B
Iemand die geboren is in het buitenland
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven apart van elkaar
D
Dat mensen verhuizen naar het buiteland
Slide 3 - Quiz
Wat is integratie?
A
Volledig aanpassen
B
Gedeeltelijk aanpassen
C
Niet aanpassen
D
De dominante cultuur volledig overnemen
Slide 4 - Quiz
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 5 - Quiz
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 6 - Quiz
Integratie
A
Verhuizen naar een andere woonplaats
B
Terugkeren naar land van herkomst
C
Verhuizen naar het buitenland om er te gaan wonen
D
De opname van bevolkingsgroepen met een eigen cultuur in een samenleving
Slide 7 - Quiz
Wat past bij integratie?
Wat past bij integratie?
A
Extra Nederlandse taallessen
B
Aparte scholen voor migranten
C
Onderwijs in eigen taal
D
In een ander land gaan wonen
Slide 8 - Quiz
Wat is een Multiculturele samenleving?
A
Een samenleving die bestaat uit stadsmensen en mensen van het platteland
B
Een samenleving die uit meerdere mensen bestaat
C
Een samenleving met mensen uit verschillende culturen en afkomst
D
Een samenleving waar apartheid is
Slide 9 - Quiz
wat is een multiculturele samenleving?
A
dat er mensen uit anderen landen hier wonen
B
dat mensen een ander cultuur hebben
C
dat meerdere culturen in Nederland samenleven
D
dat het Christendom is in Nederland
Slide 10 - Quiz
Wat is segregatie?
Wat is segregatie?
A
Volledig aanpassen
B
Gedeeltelijk aanpassen
C
Een uitwisseling van culturen
D
Gescheiden leven
Slide 11 - Quiz
Wat is segregatie?
A
Bevolkingsgroepen leven apart van elkaar
B
Bevolkingsgroepen doen moeilijk mee in de maatschappij
C
Bevolkingsgroepen leven dicht bij elkaar
D
Bevolkingsgroepen zijn werkloos
Slide 12 - Quiz
Wat is de braindrain?
A
Kennis gaat naar herkomstlanden
B
Kennis verlaat herkomstlanden
C
Kennis blijft in herkomstlanden
D
Er is geen kennis in herkomstlanden
Slide 13 - Quiz
Wat is een braindrain?
A
Hoog opgeleide mensen komen naar een land
B
Hoog opgeleide mensen verlaten een land
C
Mensen verlaten een land
D
Mensen komen naar een land toe.
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van 'Braindrain'?
A
Een tandarts uit Spanje vindt een vaste baan als tandarts in Nederland.
B
Een Poolse vuilnisman komt in een tomatenkwekerij in Nederland werken.
C
Een Nederlandse buschauffeur migreert permanent naar Frankrijk.
D
Een kunstenaar uit Nederland houdt een tijdelijke tentoonstelling in Japan.
Slide 15 - Quiz
In China is sprake van braindrain. Braindrain is...
A
Gebied waar het aantal inwoners groeit
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleiden uit een gebied.
Slide 16 - Quiz
Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
De bevolkingsgroei door migratie
B
Bevolkingsgroei door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen
Slide 17 - Quiz
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Het verschil tussen het geboortecijfer en het sterftecijfer. Wanneer er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven, is de natuurlijke bevolkingsgroei positief.
B
De som van het geboortecijfer en het sterftecijfer. Wanneer er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven, is de natuurlijke bevolkingsgroei positief.
C
Het verschil tussen het geboortecijfer en het sterftecijfer. Wanneer er minder kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven, is de natuurlijke bevolkingsgroei negatief.
D
De som van het geboortecijfer en het sterftecijfer. Wanneer er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven, is de natuurlijke bevolkingsgroei negatief.
Slide 18 - Quiz
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er meer kinderen worden geboren dan dat er mensen sterven
B
Als er minder kinderen worden geboren dan dat er mensen sterven