Interventies kiezen en rapporteren

1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

terugblik vorige week
lesdoelen vandaag
je kunt uitleggen waarom een verpleegdoel belangrijk is
waarom zorgdoelen SMART geformuleerd worden
je kunt passende interventies kiezen
je rapporteert op de juiste manier

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: Doelen bepalen
Een doel = datgene wat je in de toekomst wil bereiken
Belangrijke zorgdoelen eerst!
Soort zorgdoel: korte en lange termijndoelen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is een doelstelling zo belangrijk

Slide 5 - Mind map

Zonder een doel te stellen kun je eigenlijk nergens aan beginnen; je weet immers niet wat je wilt bereiken of hoopt te bereiken, dus weet je ook niet wat je moet doen . 

Daarnaast is het belangrijk als je samenwerkt om dit doel aan elkaar kenbaar te maken en allemaal hetzelfde voor ogen te hebben.
Stap 3 : Doelen SMART omschrijven 
Specifiek
Meetbaar: 
Acceptabel: 
Realistisch: 
Tijdgebonden: 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rekening houden met...
Autonomie zorgvrager (eigen regie)
Zelfzorg mogelijkheden zorgvrager (blz 116)
Samenzorg (mantelzorg, vrijwilligers)
Professionele zorg (jij!)
Van zorgen voor naar zorgen dat.........(coachen)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

om doelen te behalen...
interventies inzetten en hierop rapporteren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke verpleegkundige interventies
heb jij deze week uitgevoerd?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Verpleegkundige interventie...
Je kiest voor een interventie op basis van:

  •  Eigen deskundigheid
  • Wetenschappelijk inzicht
  • Informatie van de zorgvrager/naasten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

VP interventies in een zorgplan

De interventies leg je vast in een zorgplan. Dit plan is individueel voor de zorgvrager. Bij het uitwerken van de gegevens stel jezelf dan de volgende vragen:
Wat?, Wie?, Wanneer?, Waar? Hoe? en Waarmee?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stap 4 Interventies
ACCEPTABEL  
VERPLEEGKUNDIG 
RELEVANT 
UITVOERBAAR 
EENDUIDIG  
DUIDELIJK 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

stap 5
uitvoeren en monitoren van de actie's
en rapporteren van de interventies

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Methodisch volgens SOAP
Subjectief:   Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?

 Objectief:  Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt. 

Analyse: getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O) Evaluatie:   gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is? 

Plan:  wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voordelen rapportage via SOAP 


  • Dwingend tot nauwkeurigheid en volledigheid
  • Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
  • Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld rapportage
fout:
Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Goed:
Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

stap 6
evaluatie van het zorgresultaat en de verpleegkundige interventies

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Dhr. Pater is 82 jaar
 Hij is thuis ten val gekomen en heeft daarna twee dagen op de grond gelegen voordat een de thuiszorg hem heeft gevonden. Dhr. was zijn alarmbel vergeten te dragen. Hij is de laatste tijd vergeetachtig. Gelukkig heeft dhr. Pater niets gebroken en geeft hij weinig pijn aan.  Jij komt als thuiszorgmedewerker bij dhr.  Dhr. ligt nog in bed als je aankomt. Het valt je op dat meneer Pater verward is en klaagt over duizeligheid.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Dhr. Pater is bekend met atriumfibrilleren, diabetes type 2 en hypotensie. 
Verder bevat zijn voorgeschiedenis: cataract 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is het actuele probleem?
Welk probleem speelt in de toekomst

welk doel stel JIJ?
en welke interventies zet JIJ in?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions