Leesstrategieën + Onderwerp klas 1 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Lezen

Het onderwerp

Nederlands

Lesprogramma

1. Terugblik: vorige les
   
   
2. Uitleg: hoe vind je het onderwerp van een tekst
   
   
3. Oefenen!
   
   
4. De planning

Doel: spreken

Uit welke elementen bestaat het basisprincipe van communiceren?

1. zender en boodschap
2. zender en ontvanger
3. boodschap en ontvanger
4. zender, ontvanger en boodschap

Noem drie spreekdoelen

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• weet je wat een onderwerp van een tekst is
  
  

• kun je herkennen en uitleggen hoe je het onderwerp van een tekst vindt. 

6 Leesstrategieën

1. oriënterend lezen
2. globaal lezen
3. zoekend lezen
   
   
4. intensief lezen
5. kritisch lezen
6. studerend lezen

0

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?

Situatie 1: 

Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 

Situatie 2: 

Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.

Situatie 3: 

Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.

Situatie 4:

Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.

Orienterend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Zoekend lezen

Kritisch lezen

Studerend lezen

Wat zijn leesstrategieën?

1. dat waar de tekst over gaat
2. de opbouw van een tekst
3. de verschillende soorten teksten die er bestaan
4. de verschillende manieren van lezen

2.a. Je leest de inhoudsopgave. Je leest...

1. oriënterend
2. globaal
3. precies
4. zoekend

Het onderwerp van een tekst

Het onderwerp vertelt in één of enkele woorden waar de tekst over gaat. 

Het onderwerp

1. Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: 

• De titel
• De eerste zin of de eerste alinea 
• Een afbeelding bij de tekst 
• Tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst.

2. Vervolgens lees je de eerste alinea (inleiding).

3. Dan vertel je in een paar woorden waar de tekst over gaat = onderwerp.

Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat in een of enkele woorden

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. supermodel Doutzen Kroes
2. optredens van bekende artiesten
3. actie van Dance4Life
4. inzameling van 350 duizend euro

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. 7-jarig jongetje
2. fietstocht op dinsdagochtend
3. jongen gewond
4. verkeerslicht kapot

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. gevonden pootafdrukken van dino's
2. het Schotse eiland Skye
3. wetenschappers in Schotland

Wat is het onderwerp van de tekst

1. Koude dagen
2. Nederlands weer
3. Weersverwachting

Hoe vind je het
onderwerp van een tekst?

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Planning trede 1

Week 37: FICTIE af

Week 38: LEZEN af

Week 39: SCHRIJVEN af

Volgende les

1. Terugblik: vorige les
   
   
2. Uitleg
   
   
3. Oefenen!
   
   
4. De planning