Samengestelde zin

Enkelvoudige en samengestelde zinnen


Taalverzorging perron 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Enkelvoudige en samengestelde zinnen


Taalverzorging perron 1

Slide 1 - Slide

Twee zinnen
Ik houd niet van katten.
Ik vind ze niet leuk. 

Dit zijn twee enkelvoudige zinnen.
Elke zin heeft maar een persoonsvorm.


Slide 2 - Slide

Wat is een persoonsvorm ook alweer?
Het is een werkwoord.
Je kan het in een andere tijd zetten. 
Voorbeeld: Ik ga naar huis, want ik ben ziek.
Ga en ben zijn persoonsvormen. 

Slide 3 - Slide

Let op!
Je weet pas zeker wat een samengestelde zin is, als je de persoonsvorm kan vinden.
Probeer de volgende opdrachten steeds de persoonsvorm te vinden. 

Slide 4 - Slide

Ik ben jarig vandaag.

Slide 5 - Open question

Ik fietste vandaag naar mijn werk.

Slide 6 - Open question

Een samengestelde zin
Ik houd niet van katten, want ik vind ze niet leuk. 

Dit is een samengestelde zin. 
De zin heeft twee persoonsvormen.
Er komt een woord bij: een voegwoord. 
Een voegwoord voegt twee zinnen samen in één zin. 

Slide 7 - Slide

Enkelvoudige zin

1 persoonsvorm in 
één zin. 

Ik ga naar huis. 
Ik heb zin om te gamen. 
Mijn lievelingseten is pasta. 

Samengestelde zin

Twee of meer persoonsvormen in één zin. 
Vaak een voegwoord 

Ik ga naar huis, want ik heb zin om te gamen. 

Slide 8 - Slide

We hebben heel veel voegwoorden in het Nederlands. 
Veel voorkomende voegwoorden zijn: en, of, maar, want, dat, omdat, doordat, nadat, voordat, zodat, als, dus, sinds, toen, wanneer, zoals, terwijl

Slide 9 - Slide

Nog even wat voorbeelden
Mevrouw van Hees heeft haar haar in een knotje, want ze heeft een bad hairday.

Meneer Palmberg heeft nooit een bad hairday, omdat hij kaal is





Slide 10 - Slide

Hoe herken je een persoonsvorm?

Zet de zin in een andere tijd.
De woorden die veranderen, zijn persoonsvormen
Bijvoorbeeld: 
De hond vreet de koelkast leeg, want zij vergat de deur dicht te doen. 



Slide 11 - Slide

Noem drie voegwoorden

Slide 12 - Open question

Ik houd niet van appeltaart.
A
Samengesteld
B
enkelvoudige zin

Slide 13 - Quiz

Ik houd niet van appeltaart, maar wel van chocolade.
A
Samengesteld
B
enkelvoudige zin

Slide 14 - Quiz


Slide 15 - Open question

Ik begrijp wat een samengestelde zin is.
0100

Slide 16 - Poll