Taal thema 3, les 11

Taal thema 3, les 11
1 / 33
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taal thema 3, les 11

Slide 1 - Slide

Wie is er wel eens met het vliegtuig op vakantie geweest? Waar ging je naartoe?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

vliegveld / reizen

Slide 5 - Mind map

de douane
het paspoort
de controle
Grenspolitie die controleert of mensen of spullen het land in of uit mogen.
Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruit ziet en waar je vandaan komt. Je neemt je paspoort altijd mee naar het buitenland
Kijken of iets in orde is
De grens over:

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruitziet en waar je vandaan komt.
A
De douane
B
het paspoort
C
het rijbewijs
D
de controle

Slide 9 - Quiz

Grenspolitie die controleert of mensen of spullen het land in of uit mogen.
A
De douane
B
het paspoort
C
De politie
D
de controle

Slide 10 - Quiz

Kijken of iets in orde is.
A
bekijken
B
opzoeken
C
De politie
D
de controle

Slide 11 - Quiz

Welk woord hoort niet bij
grenzen
A
De controle
B
De douane
C
Het paspoort
D
Het vliegveld

Slide 12 - Quiz

De reisleider
Iemand die meereist met een groep mensen op vakantie en alles voor ze regelt.

Slide 13 - Slide

Je ogen uit kijken
Als je je ogen uit kijkt, dan is er van alles te zien
het standbeeld
Een beeld van een persoon. Iemand kan een standbeeld krijgen als hij of zij iets bijzonders heeft gedaan.

Slide 14 - Slide

Van welk belangrijke persoon heb jij wel eens een standbeeld gezien?

Slide 15 - Open question

Je ogen uit kijken
Als je je ogen uit kijkt, dan is er van alles te zien
Divers / diverse
Verschillend / verschillende

Slide 16 - Slide

Wanneer kijk jij je ogen uit

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat zou jij doen?
als je tussen de wilde dieren zou lopen...
slenteren
kuieren
doorstappen

Slide 20 - Poll

tevreden gevoel
Voldaan
De hoogste tijd
Het is echt tijd om iets te gaan doen.

Slide 21 - Slide

Wanneer heb jij een voldaan gevoel?

Slide 22 - Open question

Testje....
We gaan kijken hoe goed jullie de begrippen nu kennen....

Slide 23 - Slide

De bus komt in de verte aanrijden, je bent nog niet bij de bushalte
Wat doe je?
A
Ik ga slenteren
B
Ik ga kuieren
C
Ik ga doorstappen

Slide 24 - Quiz

Je wilt de dierentuin rustig bekijken
A
Ik ga slenteren
B
Ik ga kuieren
C
Ik ga doorstappen

Slide 25 - Quiz

Wat is een ander woord voor:
Diverse
A
minder
B
verschillende
C
tevreden
D
optie

Slide 26 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Iemand die meereist met een groep mensen op vakantie en alles voor ze regelt.'

Slide 27 - Open question

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Een beeld van een persoon'

Slide 28 - Open question

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
'Een bewijs waarop staat wie je bent, hoe je eruitziet en waar je vandaan komt'

Slide 29 - Open question

Wat doet de douane?

Slide 30 - Open question

De controle
De hoogste tijd
voldaan
kuieren
je kijkt je ogen uit
Kijken of iets in orde is.
Echt tijd om iets te gaan doen.
Tevreden
Lopen
Er is van alles te zien.
Langzaam lopen.
Snel lopen
Een bewijs waarop staat wie je bent

Slide 31 - Drag question

Ik ken de begrippen
010

Slide 32 - Poll

Ik vind het fijn dat ik tijdens de les actief mee kan doen op mijn chromebook.
010

Slide 33 - Poll