Werkwoordspelling PV TT & VT week 43 1B les 2

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning

Week 43 werkwoordspelling
Week 44 woensdag 2 november inleveren fictie opdracht 
Week 44 vrijdag 4 november toets werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Vandaag
Werkwoordspelling

  • 10 min stil lezen
  • Vragen over werkwoordspelling, o.a. voltooid deelwoord beantwoorden. 
  • Huiswerk nakijken: PV TT 
  • Aan de slag: PV VT

Slide 3 - Slide

Stil lezen......
.....en dan is het echt stil!
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellen. 

Je leert het voltooid deelwoord correct spellen. 
 

Slide 5 - Slide

Hoe herken je een voltooid deelwoord. Er zijn drie antwoorden.

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?

Slide 7 - Open question

Noem twee voorbeelden van sterke werkwoorden. Noem het hele werkwoord.

Slide 8 - Open question

Welke drie hulpwerkwoorden staan er in een zin als er ook een voltooid deelwoord in staat?

Slide 9 - Open question

Leg uit hoe je de stam van een werkwoord vindt.

Slide 10 - Open question

Welke drie manieren zijn er om een persoonsvorm te vinden?

Slide 11 - Open question

Huiswerk nakijken


Opdrachten werkblad H26 nakijken

Slide 12 - Slide

Herhaling 

persoonsvorm

tegenwoordige tijd

Slide 13 - Slide

Stap 1
(infinitief)
Wat voor werkwoord is het?
1. Persoonsvorm
Is het tegenwoordige of verleden tijd?
Is het een zwak of sterk werkwoord?

2. Voltooid deelwoord

3. Hele werkwoord (infinitief)

Slide 14 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm

Slide 15 - Slide

De ik-vorm heb je nodig bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm:

Slide 16 - Slide



Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 17 - Slide


Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PV TT)

Slide 18 - Slide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

Slide 19 - Slide

Regels persoonsvorm verleden 
tijd zwakke werkwoorden

Slide 20 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 21 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 22 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Noteer in je agenda!

Maken opdrachten werkblad H27


Slide 24 - Slide

Aan de slag
Werkblad H27 maken: PV VT

Ben je klaar? Dan mag je oefenen ......

Slide 25 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd en kan deze toepassen. 

Slide 26 - Slide

De volgende les


Werkwoordspelling: voltooid deelwoord

Slide 27 - Slide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 28 - Slide

Graag de stoel aanschuiven.
Fijne dag & tot de volgende keer!

Slide 29 - Slide