TL, jaar 1 recap hoofdstuk 4

TL  jaar 1 recap hoofdstuk 4
1 / 47
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

TL  jaar 1 recap hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Vocabulary

Slide 2 - Slide

Please get another glass from the ...........(kast) in the kitchen. .

Slide 3 - Open question

Vertaal in het Engels:
Rotonde

Slide 4 - Open question

I can't ........ (beslissen) what to get for lunch. Everything looks delicious.

Slide 5 - Open question

Vertaal in het Engels:
Je bed opmaken

Slide 6 - Open question

There is something wrong with my bike. It's making a ........ (vreemd) sound.

Slide 7 - Open question

Vertaal in het Engels:
Kruispunt

Slide 8 - Open question

When I do a ........ (klusje) at home, my mum gives me money for it.

Slide 9 - Open question

Vertaal in het Engels:
stadscentrum

Slide 10 - Open question

I often ......... (strijken), right after I take the clothes out of the dryer.

Slide 11 - Open question

Vertaal in het Engels:
verkeerslichten

Slide 12 - Open question

Our cat Kitty is sick. I'm taking her to the .......... (dierenarts)

Slide 13 - Open question

Vertaal in het Engels:
het vuilnis buiten zetten

Slide 14 - Open question

I can't meet up yet. I have to put away this ....... (stapel) of clothes first.

Slide 15 - Open question

Vertaal in het Engels:
de hond uitlaten

Slide 16 - Open question

I have a mother and father and one ........(broer of zus): a younger sister.

Slide 17 - Open question

Vertaal in het Engels:
bioscoop

Slide 18 - Open question

If you don't have time to read the whole book, here is a ........ (samenvatting)

Slide 19 - Open question

Vertaal in het Engels:
de afwas doen

Slide 20 - Open question

The present continuous
Je gebruikt de present continuous om te zeggen dat iets NU aan de gang is. 

Je maakt de present continuous met: 

am/are/is + werkwoord + ing. 


Slide 21 - Slide

Sleep de persoonsvorm naar de juiste vorm van To be. 
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They

Slide 22 - Drag question

Hoe vorm je de present continuous?
Onderwerp
Vorm van To Be
Werkwoord + ING
Rest van de zin
I
am
walking
to school. 
You
are
doing
your homework
He/She/It
is
drinking
water. 
We
are 
sitting
in the classroom
They 
are 
looking
out of the window

Slide 23 - Slide

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een stomme -e, (je schrijft hem wel, maar je hoort hem niet) dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.
to dance - I am dancing right now. 
To move     moving
To drive      driving

Slide 24 - Slide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running
To swim  - swimming
To stop    - stopping

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

The imperative
De gebiedende wijs: als iemand iets moet doen of als iemand iets juist niet moet doen!

Gebruik het hele werkwoord: 
Cross the bridge. 
Help your father.
Don´t talk. 

Slide 27 - Slide

The imperatieve
Als iemand iets moet doen gebruik je het hele werkwoord: 
Sit!       Listen!        Eat!

Je kunt de imperative ook gebruiken in een korte zin:
Help your father. 
Clean the kitchen.
Watch out for the dog. 

Slide 28 - Slide

The imperatieve
Als iemand iets juist niet moet dan zet je don't voor het werkwoord: 
Don't sit!       Don't listen!        Don't eat!

Je kunt de imperative ook gebruiken in een korte zin:
Don't talk now!
Don't turn left! 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Stones

Slide 31 - Slide

Vertaal in het Engels:
Hoe zou je jouw huis beschrijven?

Slide 32 - Open question

Vertaal in het Engels:
Ons huis heeft een grote tuin.

Slide 33 - Open question

Vertaal in het Engels:
Pardon, hoe kom ik bij de bioscoop?

Slide 34 - Open question

Vertaal in het Engels:
Sla linksaf bij het verkeerslicht. Het is tegenover de kerk.

Slide 35 - Open question

Vertaal in het Engels:
Neem de eerste weg links.

Slide 36 - Open question

Vertaal in het Engels:
Wat ben je nu aan het doen?

Slide 37 - Open question

Vertaal in het Engels:
Hij is zijn huiswerk aan het afmaken in zijn slaapkamer.

Slide 38 - Open question

Vertaal in het Engels:
Is John aan het afwassen?

Slide 39 - Open question

Vertaal in het Engels:
Ze is een computerspel aan het spelen in de woonkamer.

Slide 40 - Open question

Articles

Slide 41 - Slide

Articles

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Leesoefening
In de hoofdstuktoets zit ook een leesoefening. Op de volgende sheet staat een link naar een leesoefening

Klik op de link en maak de leesoefening. 

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Alle oefeningen gedaan?
Dan ben je helemaal klaar voor de hoofdstuktoets! 

Slide 47 - Slide